Verwisselbare lenzen
Selecteer de lens waarmee u wilt fotograferen.
Gebruik een Four Thirds-lens (Four Thirds-lensvatting). Als u een andere lens dan
de aanbevolen types gebruikt, zal autofocus en de lichtmeting niet goed werken.
Soms zullen ook andere functies niet werken.
• De Micro Four Thirds-lens kan niet worden gebruikt.
FOUR THIRDS-lensvatting
Ontwikkeld door Olympus als lensvattingstandaard voor het Four-Thirds-systeem. Deze
compleet-nieuwe verwisselbare lenzen met Four Thirds-lensvatting zijn speciaal voor
digitale camera's optisch opnieuw berekend en ontwikkeld.
ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens
De verwisselbare Four Thirds-lenzen zijn ontworpen om bestand te zijn tegen hardhandig
professioneel gebruik. Bij het Four Thirds-systeem met een beeldverhouding van 4:3 kan
een lens compacter en lichter worden uitgevoerd.
Brandpuntsafstand en scherptedieptebereik van Four Thirds-lenzen
Vergeleken met een gewone kleinbeeldcamera krijgt u met een Four Thirds-camera bij
eenzelfde brandpuntsafstand en diafragma andere resultaten.
Brandpuntsafstand
Met een lens van een kleinbeeldcamera gemonteerd op een Four Thirds-camera wordt de
effectieve brandpuntsafstand van die lens tweemaal zo groot als op de kleinbeeldcamera.
Dit houdt in dat Four Thirds-telelenzen zeer compact kunnen worden uitgevoerd.
Een 14-50 mm Four Thirds-lens komt bijvoorbeeld overeen met een 28-100 mm lens
voor een kleinbeeldcamera.
• Als u de beeldhoek van een Four Thirds-lens omrekent naar die van een kleinbeeldcamera,
is het perspectief hetzelfde als dat van een kleinbeeldcamera.
Scherptediepte
Een Four Thirds-camera kan een scherptedieptebereik halen dat tweemaal zo groot is dan
dat van een kleinbeeldcamera. Een lichtsterkte van f2.0 van een Four Thirds-lens komt
bijvoorbeeld overeen met een lichtsterkte van f4.0 van een kleinbeeldlens.
• U kunt hiermee de achtergrond even onscherp maken als bij een kleinbeeldlens.
x
Opmerkingen
• Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting het
beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke
in de camera terecht kunnen komen.
• Op stoffige plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens verwisselen.
• Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en zelfs
brand veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een
vergrootglas.
• Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt.
• Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen.
13
138
NL