5.1
Toerentalinstelling met handwiel
Door aan het handwiel te draaien wordt het toerentalbereik als volgt gewijzigd:
•
•
De volgende afbeelding laat de draairichtingen zien:
Toerental dalend
Het instelbereik wordt bij het minimale uitgaande toerental n
door middel van een borgring en bij het maximale uitgaande toerental n
van het sluiten van de verstelschijven.
Bij de variatoren VARIBLOC
omwentelingen van het handwiel aan de verstelspil en het uitgaande toerental:
VARIBLOC
VU/VZ 01
VU/VZ 11
VU/VZ 21
VU/VZ 31
VU/VZ 41
VU 51
VU 6
VU/VZ 11
VU/VZ 21
VU/VZ 31
VU 6
Technische handleiding – Variatoren VARIBLOC
Bij een drraaiing naar links (tegen de wijzers van de klok in) wordt het uitgaande
toerental verkleind.
Bij een drraaiing naar rechts (met de wijzers van de klok mee) wordt het uitgaande
toerental vergroot.
Toerental stijgend
®
-type
Vereiste omwente-
lingen van het
handwiel
6,5
9
12
14,5
14,5
17,5
18,25
10
13
16,5
17
®
en accessoires
Inbedrijfstelling
Toerentalinstelling met handwiel
®
is sprake van degressieve proportionaliteit tussen de
Instelbereik relatief
t.o.v. het maximale
uitgaande toerental
in %
19 – 102
16,5 – 103
16 – 108
16 – 104
16 – 102
16 – 100
20 – 100
14 – 111
12,5 – 103
12 – 105
32 – 104
I
0 0
mechanisch begrensd
a1
door middel
a2
Instelbereik
R 1:5
R 1:6
R 1:6
R 1:6
R 1:6
R 1:6
R 1:4
R 1:8
R 1:8
R 1:8
R 1:3
5
33