Elektrode lassen
Elektrodelassen
1
2
3
4
Met de toets Procedure de lasprocedure Elektrodelassen kiezen:
De lasspanning wordt met een vertraging van 3 s op de lasbus geschakeld.
OPMERKING! Parameters die op een bedieningspaneel van een systeem-
onderdeel worden ingesteld (TR 2000, TR 3000), kunnen onder voorwaar-
den niet op het bedieningspaneel van de stroombron worden gewijzigd.
Met de toets Parameterkeuze de parameter Stroomsterkte kiezen.
Met het stelwiel de gewenste stroomsterkte instellen.
De waarde van de stroomsterkte wordt op het linker digitale scherm ge-
toond.
In beginsel blijven alle met behulp van het instelwiel ingestelde parameter-
waarden tot de volgende wijziging opgeslagen. Dat geldt ook als de stroom-
bron tussentijds uitgeschakeld en weer ingeschakeld wordt.
Met lassen beginnen
Voor de indicatie van de werkelijke lasstroom tijdens de laswerkzaamheid:
-
Met de toets Parameterkeuze de parameter Lasstroom kiezen
-
De werkelijke lasstroom wordt tijdens het lassen op het digitale
scherm getoond.
85