Inhoudsopgave
Advertenties
14. STORINGEN HERSTELLEN
14.1.
HERSTELLEN VAN DE COMPRESSOR STORINGEN
Indien de compressor niet correct werkt, met behulp van de volgende tabel storing opsporen en herstellen.
Tabel 14 ---1.
Storing
Het toerental van de motor is te laag
Het luchtfilter is verstopt
De luchtuitlaat
Er ontsnapt perslucht
kapaciteit is te laag
Onjuist ingesteld regulatiesysteem
Laag oliepeil
De oliekoeler is vuil of zit verstopt
Slechte oliekwaliteit
De ventilatielucht wordt opnieuw
De kompressor
gecirculeerd
raakt oververhit
De temperatuursc hakelaar is defekt
Minder koellucht uit ventilator
De terugvoerleiding zit verstopt
Er bevindt zich
teveel ollie in de
uitlaatlucht
De afscheider korf is lek
De druk in het systeem is te laag
De bedrijfsdruk is te hoog
Foutieve aansstelling van de regulateur
Defekte regelklep
De veiligheids klep
Inlaatklep omjuist afgesteld
treedt in werking
Losse leiding/slang aansluitingen
Veiligheidsklep defect
Onjuiste stopprocedure gebruikt
De olie wordt in het
luchtfilter
Inlaatklep defect
teruggestuwd
Defecte uitlaat terugslagklep
Machine loopt bij
Inlaatklep omjuist afgesteld
starten op tot volle
druk
SEPTEMBER 2003
HERSTELLEN VAN DE COMPRESSOR STORINGEN
Oorzaak
Kontroleer de luchtcilinder en de luchtfilters
Kontroleer de luchtrestriktie indikators en vervang de elementen
indien nodig
Kontroleer op lekkage
Regulatiesysteem opnieuw instellen. Zie onder 9.23.
AFSTELLEN VAN DE DRUK EN SNELHEIDSREGELING en 9.
ONDERHOUD in dit handboek
Vul het oliereservoir bij en kontroleer deze op lekkage
Reinig de koelribben van de oliekoeler
Gebruik door Ingersoll--- Rand aanbevolen olie
Verplaats de kompressor om te voorkomen dat de
ventilatielucht opnieuw cirkuleert
Kontroleer de werking van de schakelaar en vervang deze
indien nodig
Ventilator en snaren controleren. Controleren op eventuele
belemmeringen binnen ventilatortunnel
Kontroleer de terugvoerleiding, de afzuigleiding en de
vernauwing op het kompressorgedeelte. Maak ze schoon of
vervang ze
Vervang de afscheiderkorf
Kontroleer de minimumdrukklep of de geluidsdemper
Kontroleer de instelling en de werking van de
regelklepleidingen
Stel de regelklep bij
Kontroleer de regelklep en vervang deze indien nodig
Zie 9.23. AFSTELLEN VAN DE DRUK EN SNELHEIDSREGELING
onder 9. ONDERHOUD in dit handboek
Alle leiding/slang aansluitingen controleren
Ontlastdruk controleren. Eventueel defecte veiligheidsklep
vervangen. Nooit proberen deze te repareren.
Altijd juiste stopprocedure toepassen. Uitlaatklep sluiten en
machine stationair laten draaien alvorens te stoppen
Juiste werking van inlaatklep(pen) controleren
Klep van uitlaatpijp afnemen en werking controleren
Zie 9.23. AFSTELLEN VAN DE DRUK EN SNELHEIDSREGELING
onder 9. ONDERHOUD in dit handboek
Transportabele Compressor 7/20
Oplossingsprocedure
14---1
Advertenties
Inhoudsopgave
