Inhoudsopgave
Advertenties
13.4.4.
Koelmiddel
Alle
Ingersoll--- Rand
motoren
compressors worden op de fabriek gevuld met een 50/50 %
ethyleenglycol antivries/water mengsel gevuld, dat bescherming
diedt tot --- 33˚C (--- 27˚F).
13.5.
BEDIENING
13.5.1.
MOTORBEDRIJF
Uitlaatgas waarschuwing (koolmonoxide)
ATTENTIE
NOOIT UITLAATGAS INADEMEN OMDAT DIT
KOOLMONOXIDE BEVAT, DAT OP ZICHZELF KLEURLOOS
EN REUKLOOS IS. KOOLMONOXIDE IS EEN GEVAARLIJK
GAS. HET KAN BEWUSTELOOSHEID EN DE DOOD
VEROORZAKEN.
MOTOR NOOIT IN BEPERKTE RUIMTEN (ZOALS GARAGES
OF NAAST GEOUWEN) LATEN DRAAIEN.OMGEVING VAN
ACHTERSTE UITLAATPIJP VRIJHOUDEN VAN SNEEUW EN
ANDER MATERIAAL OM OPBOUW VAN UITLAATGASSEN
ONDER DE MACHINE TE VERHINDEREN. DIT IS VOORAL
VAN BELANG BIJ PARKEREN TIJDENS SNEEUWSTORMEN.
13.5.2.
CONTROLE VÓÓR BEDIENING
ATTENTIE
OMWILLE VAN DE VEILIGHEID DE INSPECTIE UITVOEREN
MET DE MOTOR GESTOPT.
A.
Motoroliepeil
ATTENTIE
VERZEKEREN DAT DE MOTOR STILSTAAT VOORDAT U
MOTOROLIE WILT CONTROLEREN EN / OF VERVERSEN, EN
/ OF HET LUCHTFILTER ELEMENT VERVANGEN.
UITLAATDEMPER EN / OF UITLAATPIJP NIET AANRAKEN
ALS DIE HEET ZIJN. U KUNT ERNSTIGE BRANDLETSELS
OPLOPEN. ALTIJD MOTOR STILZETTEN EN LATEN
AFKOELEN VOORDAT U MET DE INSPECTIE, ONDERHOUD
OF SCHOONMAAK BEGINT.
CONTACT VAN OLIE MET DE HUID KAN TOT
HUIDBESCHADIGING LEIDEN. BIJ DE MANIPULATIE MET
OLIE ALTIJD HANDSCHOENEN GEBRUIKEN. GEMORSTE
MOTOROLIE ONMIDDELLIJK AFSPOELEN.
SEPTEMBER 2003
voor
transporteerbare
Transportabele Compressor 7/20
OPM
Bij de controle van de motor moet de compressor op een
vlakke ondergrond staan. Op een helling kan het olieniveau niet
nauwkeurig bepaald worden.
Controle van het motoroliepeil en het bijvullen.
(1.) Controle van het oliepeil dient voor het starten van de motor
of minimaal 5 minuten nadat deze stopgezet werd,
uitgevoerd te worden.
(2.) Trek de peilstok naar buiten, veeg deze schoon en deze
weer volledig terugzetten.
(3.) Trek de peilstok weer naar buiten en controleer het oliepeil.
1
[Onderste uiteinde van de stok]
A
Olieniveau binnen dit bereik is correct
1.
Olievuldop
2.
Oliepeilstok
Afbeelding 13 ---4.
(4.) Is het oliepeil onder de onderste limiet, olievuldop weghalen
en voldoende olie bijvullen.
(5.) Na het bijvullen minimaal 5 minuten wachten en opnieuw
het olieniveau controleren. Het duurt een tijdje voordat de
bijgevulde olie in het carter terugvloeit.
B.
Controle van de ventilator riem
Het spannen van de ventilator riem
ATTENTIE
VERZEKEREN DAT DE MOTOR STILSTAAT EN DE SLEUTEL
UIT HET CONTACT VERWIJDERD IS VOORDAT U MET DE
INSPECTIE VAN DE RIEM BEGINT.
VERZEKEREN DAT NA DE INSPECTIE OF ONDERHOUD DE
RIEM KAP CORRECT IS TERUGGEZET.
BIJ HET BIJSTELLEN VAN DE RIEM OPLETTEN DAT U NIET
IN CONTACT MET HETE DELEN VAN DE MOTOR KOMT.
2
A
OLIEPEILSTOK
13---5
Advertenties
Inhoudsopgave
