Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nafilter Elementen; Ventilatie; Aandrijving Van De Koelventilator; Brandstofsysteem - Ingersoll Rand 7/20 Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

RADIATORVULDOP STOPPEN. HAND MET EEN DOEK
BESCHERMEN EN VULDOP LANGZAAM LOSZETTEN.
EVENTUEEL ONTSNAPPENDE VLOEISTOF MET DE DOEK
OPVANGEN. VULDOP PAS AFNEMEN WANNEER ALLE
OVERTOLLIGE VLOEISTOF ONTSNAPT EN HET
MOTORKOELSYSTEEM GEHEEL DRUKLOOS IS.
WAARSCHUWING
BIJ TOEVOEGEN OF AFTAPPEN VAN ANTIVRIES DE
DOOR DE LEVERANCIER VAN DE ANTIVRIES GEGEVEN
AANWIJZINGEN OPVOLGEN. TER VOORKOMING VAN
HUID EN OOGCONTACT MET DE ANTIVRIES WORDT
AANBEVOLEN PERSOONLIJKE VEILIGHEIDSUITRUSTING
TE DRAGEN.
9.8.

NAFILTER ELEMENTEN

Het luchtfilter moet regelmatig geïnspecteerd (zie Tabel 9 ---1.
ONDERHOUDSCHEMA) en het element moet vervangen worden
wanneer de pijl rood is of elke 6 maanden (welke hiervan het
eerste plaatsvindt). De stofverzamelbak(ken) moeten dagelijks
generinigd worden (of vaker onder stoffige bedrijfsmilieus) en
mogen nooit meer dan half vol zijn.
A.
Verwijderen
ATTENTIE
ONDER GEEN BEDING MAG U ELEMENTEN VERWIJDEREN
EN VERVANGEN TERWIJL DE KOMPRESSOR NOG IN
BEDRIJF IS.
Reinig de buitenkant van de filterbehuizing en verwijder het
filterelement door de moer los te draaien.
B.
Kontroleren
Kontroleer het element op scheurtjes, gaatjes of elke andere
vorm van beschadiging door het element tegen het licht te
houden of door een lamp langs de binnenkant te halen.
Kontroleer de afdichtingsring achterop het element en vervang
deze als er sprake is van beschadiging.
C.
Opnieuw monteren
Plaats het nieuwe element in de filterbehuizing. Zorg er hierbij
voor dat de afdichtingsring op de juiste wijze is bevestigd.
Zet de luchtrestriktie indikator terug door het rubberen
membraan in te drukken.
Monteer de onderdelen van het stofreservoir. Zorg ervoor dat
deze onderdelen op de juiste wijze worden geplaatst.
Zorg ervoor dat alle klemmen goed vastzitten voordat u de
kompressor start.
9.9.

VENTILATIE

Kontroleer altijd of de luchtuitlaten en inlaten vrij zijn van vuil.
ATTENTIE
U MAG DE UIT EN INLATEN NOOIT REINIGEN KOOR LUCHT
NAAR BINNEN TE BLAZEN.
9.10.
AANDRIJVING VAN DE
KOELVENTILATOR
Periodiek controleren dat de ventilator montagebouten in de
ventilatornaaf zich niet losgewerkt hebben. Als het voor enige
redden noodzakelijk wordt de ventilator uit de bouwen of de
ventilatorbouten aan te trekken, een geode kwaliteit borgmiddel
SEPTEMBER 2003
Transportabele Compressor 7/20
op de boutdraad aanbrengen en aantrekken tot de in de Tabel
9 ---2. TORSIEWAARDEN verderop in deze sectie aangegeven
waarde.
Kontroleer regelmatig of de V snaren slijtage vertonen en of ze
nog de juiste spanning hebben.
9.11.

BRANDSTOFSYSTEEM

De brandstoftank moet dagelijks of iedere 8 uur bijgevuld
worden. Om condensatie in de brandstoftank tot een minimum
te beperken is het aan te bevelen de machine na elke werkdag
bij te vullen. Ledere zes maanden moet het vocht en vuil afgetapt
worden.
9.12.
BRANDSTOFFILTER
WATERAFSCHEIDER
De brandstoffilter waterafscheider bevat een filterelement dat
periodiek
vervangen
moet
ONDERHOUDSSCHEMA).
9.13.

SLANGEN

Om ervoor te zorgen dat de motor zo efficiënt mogelijk blijft
funktioneren,
dienen
alle
koelluchtinlaatsysteem regelmatig aan een inspektie te worden
onderworpen.
Kontroleer alle luchtleidingen naar het luchtfilter en alle flexibele
slangen die worden gebruikt als lucht, olie of brandstofleiding.
Doe dit op de tijdstippen zoals die staan aangegeven op de Tabel
9 ---1. ONDERHOUDSSCHEMA.
Kontroleer alle pijpleidingen regelmatig op scheurtjes, lekkages
enz. en vervang ze onmiddellijk indien ze zijn beschadigd.
9.14.

ELEKTRISCH SYSTEEM

WAARSCHUWING
MAAK ALTIJD DE AKKUKABELS LOS VOORDAT U
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN GAAT VERRICHTEN.
Kontroleer
veiligheidsafslag
kontakten van de instrumentenpaneel relais op ibranding maak
schoon waar nodig.
Kontroleer de mechanische werking van de onderdelen.
Kontroleer of de elektrische klemmen op de schakelaars en relais
goed vastzitten (losse bouten of schroeven kunnen oxydatie op
kritieke plaatsen veroorzaken).
Kontroleer de onderdelen en de bedrading op tekenen van
oververhitting. Dit kan zich ondermeer uiten in de vorm van
verkleuringen, verschroeide kabels, vervormde onderdelen,
afgebladderde verf en een scherpe geur.
9.15.

AKKU

Houd de aansluitpunten van de akku en de bijbehorende
kabelklemmen goed schoon en voorzie ze van een dun laagje
smeervet om korrosie tegen te gaan.
De akku moet zodanig zijn geplaatst dat deze niet kan
verschuiven.
9.16.

DRUKSYSTEEM

U dient elke 500 uur de buitenkant van het druksysteem van het
kompressorgedeelte tot aan de uitlaatklep(en) aan een inspektie
te onderwerpen, inklusief slangen, leidingen, fittingen en de
afscheidertank. Daarbij dient u vooral te letten op zichtbare
beschadigingen, buitensporige korrosie en slijtage (al dan niet
worden
(zie
Tabel
9 ---1.
onderdelen
van
het
systeemschakelaars
en
de
9---5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

120001

Inhoudsopgave