Inhoudsopgave
Advertenties
13.3.3.
INGERSOLL---RAND MOTOR
KLANTENZORG
A.
Ingersoll--- Rand motor klantenzorg
Aarzel niet om uw Ingersoll--- Rand vertegenwoordiger of
leverancier te raadplegen voor periodieke inspectie en
onderhoud.
B.
Oorspronkelijke Ingersoll--- Rand onderdelen
Oorspronkelijke Ingersoll--- Rand onderdelen zijn gelijk aan die
welke bij de fabricage van de motor gebruikt worden, en worden
zodoende door Ingersoll--- Rand gegarandeerd.
Oorspronkelijke Ingersoll--- Rand onderdelen worden geleverd
door uw Ingersoll--- Rand vertegenwoordiger of leverancier.
Altijd verzekeren dat uitsluitend oorspronkelijke Ingersoll--- Rand
onderdelen, smeermiddelen en vloeistoffen gebruikt worden
voor onderhoud en/of reparatie.
13.3.4.
Motor bediening
Uw leverancier heeft belangstelling voor het foutloze bedrijf en
het optimale gebruik van uw motor en is altijd bereid u te helpen
om dat te waarborgen. Na deze gebruiksaanwijzing met
aandacht te hebben gelezen stelt u vast dat u een gedeelte van
het regelmatige onderhoud zelf kunt uitvoeren.
Mocht u onderdelen of een uitgebreide servicebeurt nodig
hebben, is het beter zich direct tot de leverancier van de
Ingersoll--- Rand compressoren te wenden, bij wie u uw
compressor gekocht had, of tot de plaatselijke dealer van de
firma Ingersoll--- Rand.
Bij bestelling van een onderdeel zal de leverancier het nummer
van de motor willen weten.
Ga dat nummer nu meteen na en vul de volgende gegevens
hieronder in.
TYPE
Motor
Verkoopdatum
Naam van de leverancier
(Invullen door de koper)
13.4.
BRANDSTOF, SMEERMIDDELEN EN
KOELMIDDEL
13.4.1.
BRANDSTOF
Brandstofkeuze
Aan de dieselbrandstof worden de volgende eisen gesteld:
Moet vrij zijn van minuscule stofdeeltjes.
Moet voldoende viscositeit hebben.
Moet hoog cetaangetal hebben.
Moet bij lage temperaturen hoogvloeibaar zijn.
Moet laag zwavelgehalte hebben.
Moet weinig koolafzetting produceren
brandstof) of daaraan gelijkwaardige te gebruiken die geheel
aan bovenstaande voorwaarden voldoet.
SEPTEMBER 2003
SERIENUMMER
Transportabele Compressor 7/20
Tabel 13 ---2.
NORMEN VOOR BRUIKBARE
DIESELBRANDSTOF
Toe te passen norm
JIS (Japanese Industrial Standard)
DIN (Deutsche Industrie Normen)
SAE (Society of Automotive Engineers)
Op basis van SAE--- J --- 313C
BS (British Standard) Op basis van
BS/2869--- 1970
13.4.2.
BRANDSTOFKEUZE
HINWEIS
Bij gebruik van andere dan door Ingersoll ---Rand aanbevolen
brandstof of additieven kunnen de inspuitpomp, verstuiver of
andere delen van het brandstofsysteem beschadigd worden.
OPM
Bij gebruik van andere brandstof dan gespecificeerd, wordt de
goede werking van de motor belemmerd. Motorstoring of uitval
als resultaat van gebruik van verkeerde brandstof wordt niet
door Ingersoll ---Rand garantie gedekt.
Ter vermijding van beschadiging aan het brandstofsysteem of de
motor, volgende punten in acht nemen:
Geen
dieselbrandstof
gebruiken
verontreinigd is. Naast beschadiging van de motor kan zulke
brandstof ook de uitlaatreiniging beïnvloeden. Alvorens enige
dieselbrandstof
te
gebruiken
raadplegen om te zien of de brandstof met motorolie gemengd
is.
Uw motor is ontworpen voor gebruik van Nr. 1--- D of Nr. 2--- D
dieselbrandstof. Voor economischer brandstofverbruik echter
waar mogelijk altijd Nr. 2--- D dieselbrandstof gebruiken. Bij
lagere temperaturen dan --- 7˚C (20˚F) kan Nr. 2--- D brandstof
problemen
veroorzaken
(zie
TEMPERATUREN verderop) Bij lagere temperaturen, Nr. 1--- D
brandstof (indien verkrijgbaar) gebruiken, of een "voor de winter
aangepast" Nr. 2--- D (een mengsel van Nr. 1--- D en Nr. 2--- D). Dit
brandstofmengsel wordt gewoonlijk met Nr. 2--- D aangeduid,
maar kan gebruikt worden bij lagere temperaturen dan Nr. 2--- D
brandstof die niet "aangepast" is. Uw garage raadplegen om te
verzekeren dat u het juiste brandstofmengselkrijgt. Tijdens
vullen met diesel kan schuimvorming optreden waardoor de
pomp automatisch uitgeschakeld kan worden zonder dat de
tank vol is.
Bij de brandstofleverancier controleren om te verzekeren dat u
het juiste brandstofmengsel ontvangt.
HINWEIS
Nooit huisbrandolie of benzine in uw dieselmotor gebruiken;
deze kunnen beide de motor beschadigen.
A.
Hanteren van brandstof
Brandstoffen die stofdeeltjes of water bevatten, kunnen
motorstoring veroorzaken.
Daarom dien men op het volgende te letten:
Brandstof bij vullen van de tank tegen binnendringen van
stofdeeltjes of water beschermen.
Als branstof rechtstreeks uit een drum gevuld wordt, controleren
dat hij niet verplaatst was zodat eventueel stof, bezinksel of water
op de bodem tot rust gekomen is. Nooit brandstof rechtstreeks
van de bodem van de drum aftappen om te voorkomen dat
eventueel bezonken ongewenste deeltjes opgepikt worden.
Tank altijd geheel vullen. Bezinksel in de tank reelmatig aftappen.
Aanbeveling
No. 2
DIN 51601
No. 2--- D
Class A--- 1
die
door
motorolie
de
brandstofleverancier
13.7 BEDRIJF
BIJ LAGE
13---3
Advertenties
Inhoudsopgave
