Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bijstellen Van Het Oplooprem Systeem (Knott Onderstel); Smering; Motor Smeerolie; Specifikatie Van De Motorsmeerolie - Ingersoll Rand 7/20 Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Stelschroef 12 rechtsom aantrekken tot wiel geblokkeerd wordt.
Stelschroef 12 linksom loszetten (ong.
ongehinderd draaien kan.
Zachte sleepgeluiden die geen invloed hebben op ongehinderd
draaien van het wiel zijn toegestaan.
Deze afstelprocedure moet op beide wielen zoals beschreven
uitgevoerd worden.
Wanneer
de
rem
nauwkeurig
bedieningsafstand ong. 5÷8 mm (0.18÷0.3 in) op de kabel 11.
(3.) Afstellen van compensatie inrichting
Variabele hoogte modellen
Een M10 beveiligingsschroef op het handrem draaipunt
aanbrengen.
Handremkabel 5 aan één einde losmaken.
Removerbrenging 7 in de lengte voorafstellen (een weinig
speling is toegestaan) en kabel 5 opnieuw inzetten, en zodanig
afstellen dat er een weinig speling is.
De M10 beveiligingsschroef uit het handrem draaipunt nemen.
Alle modellen
Handremhendel
1
aantrekken
equalisatieplaat 10 onder een rechte hoek met de trekrichting
staat. Eventueel de stand van de equalisatieplaat 10 op de
kabels 11 corrigeren.
De drukveer 9 mag slechte een weinig voorgespannen zijn en
mag bij bediening niet het ashuis aanraken.
(4.) Afstellen van removerbrenging
Removerbrenging 7 in de lengte afstellen zonder voorspanning.
Bijstellen
Handrembendel 1 enige malen stevig aantrekken om de rem in
te stellen.
Uitlijning van equalisatie inrichting 8 controleren; deze moet
onder een rechte hoek met de trekrichting staan.
Speling in de removerbrenging 7 controleren.
Eventueel de removerbrenging 7 opnieuw bijstellen zonder
speling en zonder voorspanning.
Er moet nog steeds een weinig speling in de kabel 5 zitten (alleen
variabele hoogte).
Stand van de handremhendel 1 controleren. Het begin van de
weerstand moet ongeveer 10÷15 mm (0.39÷0.59 in) boven de
horizontale stand merkbaar worden.
Controleren dat de wielen ongehinderd kunen draaien wanneer
de handrem losgezet is.
Eindtest
De bevestigingen op het transmissiesysteem (kabels, rem
equalisatiesysteem en overbrenging) controleren.
De handremkabel 5 op een weinig speling controleren en
eventueel bijstellen (alleen variabele hoogte).
Drukveer 9 op voorspanning controleren.
Proefrit
Eventueel 2÷3 remstesten uitvoeren.
Remtest
Speling in removerbrenging 7 controleren en eventueel de
lengte van de removerbrenging 7 bijstellen tot er geen speling
meer is.
Handrem aanleggen terwijl u de machine vooruit rolt. Extra
verplaatsing van de handremhendel tot
afstand is toelaatbaar.
SEPTEMBER 2003
1
/
slag) tot wiel
2
afgesteld
verd,
is
de
en
controleren
dat
de
2
/
van de normale
3
Transportabele Compressor 7/20
9.20.1.
BIJSTELLEN VAN HET OPLOOPREM
SYSTEEM (KNOTT ONDERSTEL)
Bijstellen van de wielremmen compenseert voor remvoering
slijtage. De onder (2.) --- Afstellen van remschoen beschreven
procedure opvolgen.
Speling in removerbrenging 7 controleren en eventueel
bijstellen.
A.
Belangrijk
De rembedieners en kabels 11 controleren. De rembedieners
mogen niet voorgespannen zijn.
Overmatige bediening van de handremhendel, mogelijk nodig
als gevolg van versleten remvoeringen, mag nooit gecorrigeerd
worden door bijstellen (inkorten) vam de removerbrenging 7.
B.
Bijstellen
Handremhendel 1 enige malen stevig aantrekken om de rem in
te stellen.
Instelling van rem equalisatie inrichting 8 controleren; deze moet
onder een rechte hoek met de trekrichting staan.
Spelling in de removerbrenging 7 opnieuw controleren en
verzekeren dat er geen speling in de removerbrenging zit en dat
deze zonder voorspanning afgesteld is.
Stand van de handremhendel 1, kabel (met weinig speling) en
de drukveer 9 (slecht een weinig voorspanning) controleren. Het
begin van de weerstand moet ongeveer 10÷15 mm
(0.39÷0.59 in) boven de horizontale stand merkbaar worden.
C.
Eindtest
De bevestigingen op het transmissiesysteem (kabels, rem
equalisatiesysteem en overbrenging) controleren.
Handrem aanlegen terwijl u de machine vooruit rolt. Extra
verplaatsing van de handremhendel tot
afstand is toelaatbaar.
De handremkabel 5 op een weinig speling controleren en
eventueel bijstellen (alleen variabele hoogte).
Drukveer 9 op een weinig voorspanning controleren.
ATTENTIE
WANNEER U DE WIELEN HEEFT VERWIJDERD EN WEER
TERUGGEZET, DIENT U DE TORSIE VAN DE WIELMOEREN
NA ONGEVEER 30 km (20 mijl) TE KONTROLEREN (ZIE
ONDER Tabel 9 ---2. TORSIEWAARDEN VERDEROP IN DIT
HANDBOEK.
9.21.

SMERING

Bij levering is de motor gevuld met voldoende motorolie voor een
nominale werkperiode (voor nadere inlichtingen de 13. KUBOTA
D1005 MOTOR sectie van deze handkeiding raadplegen).
ATTENTIE
KONTROLEER ALTIJD EERST HET OLIEPEIL ALVORENS EEN
NIEUWE MACHINE IN GEBRUIK TE NEMEN.
Indien het oliereservoir van de kompressor, om welke reden dan
ook, is geledigd, dan dient het reservoir eerst te worden gevuld
met nieuwe olie voordat de kompressor in bedrijf wordt
genomen.
9.21.1.

MOTOR SMEEROLIE

De motor moet op de door de motorfabrikant aangegeven tijden
ververst worden. Zie 13. KUBOTA D1005 MOTOR sectie van deze
handleiding.
9.21.2.
SPECIFIKATIE VAN DE
MOTORSMEEROLIE
Zie 13. KUBOTA D1005 MOTOR sectie van deze handleiding.
2
/
van de normale
3
9---7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

120001

Inhoudsopgave