Transportabele Compressor 7/20
C.
Controle van de koelsysteemslangen en slangklemmen
ATTENTIE
KOELSYSTEEMSLANGEN EN SLANGKLEMMEN
REGELMATIG CONTROLEREN. DOOR BESCHADIGING VAN
EEN KOELSYSTEEMSLANG OF DOOR LEKKAGE VAN HET
KOELMIDDEL KAN DE MOTOR WARMLOPEN EN ERNSTIGE
BRANDLETSELS KUNNEN OPGELOPEN WORDEN.
Na iedere 200 bedrijfsuren of na 6 maanden (wat als eerste
plaatsvindt)
dient
gecontroleerd
koelsysteemslangen goed vast zitten.
(1.) Als de slangklemmen te slap zitten of als er lekkage van het
koelmiddel optreedt, de klemmen verder aandraaien.
(2.) Als de slangen opgezet, verhard of gebarsten zijn, dienen
zij vervangen te worden, de slangklemmen moeten goed
vastgezet worden.
Het is verplicht de slangen en slangklemmen te vervangen na
iedere 2 bedrijfsjaren of vroeger als bij de controle vastgesteld
wordt dat zij opgezet, verhard of gebarsten zijn.
D.
Waarschuwing bij oververhitting
Volgende maatregelen dienen uitgevoerd te worden bij
oververhitting d.w.z. als de koelmiddel temperatuur boven het
kookpunt of er dichtbij is gekomen. Dat word gesignaleerd door
een geluids--- of licht--- alarm.
(1.) Ophouden met alle werkzaamheden, de motor stationair
laten draaien.
(2.) De motor niet onmiddellijk stopzetten maar pas na
ongeveer 5 minuten stationair draaien.
(3.) Als de motor binnen 5 minuten stationair draaien vanzelf
stopt, onmiddellijk weglopen en op veilige afstand van de
motor blijven. Noch de motorkap noch iets anders
openmaken.
(4.) Op afstand blijven noch 10 minuten of zo lang er stoom
uitkomt.
(5.) Zich verzekeren dat er geen brandletsel gevaar meer dreigt,
de oorzaak van oververhitting verhelpen volgens de
methoden zoals zij genoemd zijn in het gedeelte 14.
STORINGEN HERSTELLEN van deze gebruiksaanwijzing.
Dan kan de motor weer gestart worden.
E.
Schoonmaak van de koeler (aan de buitenkant)
Stof en vuil van de ribben en koelsysteemleiding met stromend
water schoonmaken.
OPM
Bij het schoonmaken van de koeler nooit harde objecten
gebruiken (zoals schroevedraaiers en spatels). Zulke
gereedschappen kunnen de ribben en leidingen beschadigen,
met als gevolg koelmiddellekkage en verlaging van het
koelvermogen.
F.
Antivries
ATTENTIE
BIJ MANIPULATIE MET ANTIVRIES ALTIJD BESCHERMENDE
MIDDELEN GEBRUIKEN ZOALS RUBBER HANDSCHOENEN.
BIJ PER ONGELUK INNEMEN BRAKEN TEWEEGBRENGEN
EN ONMIDDELLIJK MEDISCHE HULP INROEPEN.
BIJ HET BEMORSEN VAN KLEDING OF HUID,
ONMIDDELLIJK MET WATER AFSPOELEN.
MENG NIET VERSCHILLENDE SOORTEN ANTIVRIES.
MET ANTIVRIES NIET IN DE BUURT VAN OPEN VUUR
KOMEN, KINDEREN OP AFSTAND HOUDEN.
BIJ MANIPULATIE MET ANTIVRIES DE MILIEUBESCHERMING
IN ACHT NEMEN. LEDERE VLOEISTOF IN
13---10
te
worden
of
de
OVEREENSTEMMING MET DE PLAATSELIJKE
MILIEUWETTEN OPRUIMEN.
DE MILIEUWETTEN OOK NALEVEN BIJ DE MANIPULATIE
MET OLIE, BRANDSTOF, REMVLOEISTOF, OLIEFILTERS EN
ACCU'S.
Bevroren koelmiddel kan beschadiging van koeler en cilinders
veroorzaken. Zakt de omgevingstemperatuur onder 0˚C (32˚F),
is het noodzakelijk het koelmiddel na buitengebruikstelling af te
tappen of met antivries bij te vullen.
(1.) Er bestaan twee antivries soorten. Voor deze motor is het
stabiele type (PT) te gebruiken.
(2.) Voordat de antivries voor de eerste keer wordt gebruikt
dient de radiator en de motor grondig met schoon water
gespoeld te worden (het systeem herhaaldelijk met water
vullen en aftappen).
(3.) De samenstelling van het juiste antivries met water mengsel
hangt af van de omgevingstemperatuur. De norm SAE
J1034 raadplegen, voor meer details SAE J814c.
(4.) Antivries eerst met water mengen en pas dan in de radiator
vullen.
OPM
Bij het mengen moet de (volume) verhouding antivries --- water
kleiner dan 50% zijn.
Tabel 13 ---5.
BEDRIJFSTEMPERATUREN
Inhoud
Vriespunt
antivries
antivries
in %
˚C (˚F)
40
--- 24 (--- 12)
50
--- 37 (--- 34)
Bij atmosferische druk 1013 hPa (760 mm Hg). Door het
:
gebruik van een overdrukventiel in het koelsysteem wordt een
hoger kookpunt van het koelmiddel bereikt.
OPM
Bovengenoemde gegevens stellen de industriële standaards
voor, ze veronderstellen minimale inhoud van glycol in het
geconcentreerde antivries.
Als het koelmiddelpeil zakt als gevolg van verdamping, slechts
met schoon water bijvullen om de aanbevolen antivries
concentratie te behouden. Gebeurt dat als gevolg van lekkage,
dan met van tevoren klaargemaakte mengsel vers water /
antivries bijvullen.
Het antivries is hygroscopisch. Antivries altijd in een goed
gesloten verpakking bewaren.
Nooit cleaner toevoegen als het koelmiddel antivries bevat (in
antivries zijn anticorrosiemiddelen aanwezig die met de cleaner
kunnen reageren en de vorming van bezinksels kunnen
veroorzaken en de motor kunnen beschadigen).
G.
Afdichtkit voor de koeler
Het koelerlichaam is compact en er bestaat slechts een kleine
kans op lekkage. Mocht dat toch gebeuren, de lekkage kan
gemakkelijk met behulp van afdichtkit verholpen worden. Bij
grotere lekkage contact opnemen met de plaatselijke
Ingersoll--- Rand dealer.
13.6.3.
Periodiek onderhoud
A.
Brandstof
Brandstof is ontvlambaar. Iedere handeling daarmee dient
voorzichtig uitgevoerd te worden.
Kookpunt :
˚C (˚F)
106 (222)
108 (226)
SEPTEMBER 2003