1
1.
Toerental hendel
2.
Motorstop hendel
Afbeelding 13 ---7.
INSTELLING TOERENTAL
HENDEL
A.
Controle van de afsluiting van het koelmiddelreservoir
Na bijvullen met keolmiddel, de radiatordop aanbrengen.
Verzekeren dat de dop veilig aangebracht is.
B.
Accukabel aansluiting
Accukael aansluitingen controleren op vastzitten of corrosie. Een
losse kabelaansluiting heeft moeilijk starten van de motor of
onvoldoende acculading tot gevolg. De accukabelklemmen
moeten stevig aangetrokken worden. Bij opnieuw aansluiten van
kabels na deze losgemaakt te hebben, nooit de "+" en " --- "
klemmen onderling verwisselen. Zelfs een korte periode van
omgekeerde aansluiting beschadigt electrische onderdelen.
1
1.
Accukabel
2.
Polen
Afbeelding 13 ---8.
C.
Accu elektrolyt peil
Na herhaaldelijk laden en ontladen daalt het electrolyt peil in de
accu's. Electrolyt peil in de accu's controleren en eventueel met
in de handel verkkrijgbare vloeistof, bijv. gedistilleerd water,
bijvullen. De procedure voor controleren van het electrolyt peil
hangt af van het accutype.
HINWEIS
Nooit voor dagelijks onderhoud bijvullen met verdund
zwavelzuur.
SEPTEMBER 2003
A
B
C
D
2
A
"STATIONAIR"
B
"IN BEDRIJF"
C
"START"
D
"STOP"
2
1
ACCUKABEL
Transportabele Compressor 7/20
ATTENTIE
BIJ INSPECTEREN VAN ACCU'S, EERST DE MOTOR
STOPPEN.
Omdat verdund zwavelzuur als electrolyt gebruikt wordt, zorgen
dat uw ogen, handen, kleren en metalen niet met het electrolyt
in aanraking komen. Als dit in uw ogen terechtkomt, onmiddelijk
met een grote hoeveelheid water wassen, dan medisch advies
zoeken.
Omdat accu's uiterst brandbaar waterstofgas afgeven, nooit
vonken veroorzaken of open vuur in de nabijheid van de accu's
laten komen.
Bij hanteren van metalen voorwerpen zoals bijv. gereedschap,
bij de accu's, zorgen dat men nooit de "+"pool aanraakt omdat
het compressorlichaam " --- " is en gevaarlijke kortsluiting
ontstaan kan.
Bij losmaken van de klemmen, beginnen met de " --- " klem. Bij
aansluiten hiervan, de " --- " klem het laatst aansluiten.
CONTROLES EN HANDELINGEN
13.5.4.
NA HET STARTEN VAN DE MOTOR
Controles tijdens het draaien van de motor
Tijdens het draaien van de motor de volgende controles
uitvoeren om zich te verzekeren dat alle delen normaal werken.
Koelmiddel
WAARSCHUWING
Nooit de radiatorvuldop losdraaien voordat de temperatuur
van het koelmiddel veilig onder het kookpunt gezakt is.
Dan langzaam de radiatorvuldop tot de aanslag
opendraaien zodat de overdruk vereffend word en dan pas
de dop volledig weghalen.
Loopt de motor warm en het oververhitte koelmiddel ontsnapt via
de radiatoroverloop, moet de motor onmiddellijk gestopt worden
en de volgende controles moeten uitgevoerd worden, om de
oorzaak van de oververhitting vast te stellen:
Te controleren plaatsen
(1.) Controleren op lekkage van het koelmiddel,
(2.) Controleren
of
luchtstroming
gehinderd is,
(3.) Controleren of de ribben en pijpen van het koelsysteem niet
onder het stof en vuil zitten,
(4.) Controleren of de riemspanning van de ventilator niet te
slap is,
(5.) Controleren of de leidingen van het koelsysteem niet door
vuil verstopt zijn,
(6.) Controleren of het koelmiddel inderdaad een mengsel van
50% water en 50% antivries is.
13.5.5.
BEDIENING EN VERZORGING VAN EEN
NIEUWE MOTOR
Uw Ingersoll--- Rand motor is zorgvuldig op de fabriek getest en
afgeregeld, maar toch moet hij daarna nog verder inlopen.
Tijdens de eerste 100 bedrijfsuren eventueel ruw bedrijf
vermijden.
Unit nooit onder volle belasting laten draaien tot de motor
opgewarmd is.
Motor nooit voor lange perioden onbelast laten draaien teneinde
het risico van verglazen van cilinderboringen tot een minimum te
bepreken.
om
de
koeler
niet
13---7