Bij temperaturen onder 0˚C (32˚F) als het moeilijk is voor het
eerst te starten:
---
Aansluitingkraan geheel openen zonder een slang
aan te sluiten,
---
Bovenstaande startvolgorde uitvoeren,
---
Zodra motor ongehinderd draait, servicekraan
sluiten,
---
Nooit machine voor lange perioden laten draaien met
servicekraan open,
---
Wachten tot machine bedrijfstemperatuur bereikt
heeft,
---
Op dit punt in het dedrijf van de machine is het veilig
om de volle belasting op de motor aan te leggen.
OPM
Bij starten van motor met persluchtkraan open en wanneer
lucht uit klep stroomt, altijd oorbeschermers dragen.
8.4.
STOPPEN
Operation:
---
Sluit de service afsluiter,
---
Laat de kompressor kort op nullast draaien zodat de
motor kan afkoelen,
---
Draai
de
0 (UITGESCHAKELD).
OPM
Zo gauw als de motor stopt, zal de automatische afblaas alle
druk afblazen uit het systeem.
Alls de automatische afblaasklep weigert te werken, moet de
druk gelijkmatig ontlast worden m.b.v. de handbediende
afblaasklep. Hierbij dient passende beveiligingsuitrusting
gedragen te worden.
ATTENTIE
ZORG ERVOOR DAT DE KOMPRESSOR NOOIT STATIONAIR
DRAAIT TERWIJL HET SYSTEEM NOG ONDER DRUK STAAT.
8.5.
NOODSTOP
Draai de sleutelschakelaar op het kontrolepaneel in de
0 (UITGESCHAKELD) als de kompressor in geval van nood moet
worden uitgeschakeld.
SEPTEMBER 2003
sleutelschakelaar
in
Transportabele Compressor 7/20
8.6.
HERSTARTEN EEN NOODSTOP
Indien de kompressor is uitgeschakeld als gevolg van een
storing, dan dient deze storing te worden opgespoord en
verholpen voordat de kompressor opnieuw kan worden gestart.
Indien de kompressor is uitgeschakeld omdat zich een
gevaarlijke situatie voordoet, dan dient u er zeker van te zijn dat
de kompressor zonder gevaar kan funktioneren voordat de
kompressor opnieuw kan worden gestart.
Raadpleeg de instrukties onder 8.2. VOORADAT U BEGINT en
8.3. STARTEN alvorens de kompressor opnieuw te starten.
8.7.
KONTROLE TIJDENS BEDRIJF
Indien een van de onderstaande omstandigheden zich
voordoet, zal de kompressor afslaan. Deze omstandigheden
zijn:
---
Lage oliedruk in motor,
---
Hoge temperatuur in luchtuitlaat,
---
Hoge motor koelwater temperatuur.
OM BIJ LAGE TEMPERATUREN TE VERZEKEREN DAT
VOLDOENDE OLIE NAAR DE KOMPRESSOR STROOMT, DE
UITLAATDRUK NOOIT ONDER 3.5 bar (51 psi) LATEN DALEN.
de
8.8.
BUITENGEBRUIKSTELLING
Wanneer de machine permanent buiten gebruik gesteld of
gedemonteerd gaat worden, is het van belang dat elke kans van
gevaar of geëlimineerd of aan de gebruiker medegedeeld wordt.
In het bijzonder:
---
Accu's of onderdelen die asbest bevatten niet
vernietigen zonder de materialen veilig te verpakken,
---
Geen enkel drukval wegwerpen zonder dit duidelijk te
kenmerken met de betreffende kenplaat informatie of
dit onbruikbaar te maken door boren van gaten of het
in delen te snijden enz,
---
Smeer of koelmiddelen niet op open grond of in riolen
gieten,
---
Nooit een complete machine afvoeren zonder
vergezeld te laten gaan door documentatie m.b.t. tot
aanwijzingen voor zijn gebruik.
ATTENTIE
8---3/(8---4 blank)