VOORDAT U BEGINT
1. Plaats de kompressor horizontaal (waterpas). De kompressor is
zodanig ontworpen dat deze zowel in de lengte als in de breedte 15
graden mag overhellen. Hierbij is de motor en niet het
kompressorgedeelte de beperkende faktor.
Indien de kompressor tijdens bedrijf schuin staat, dan is het
belangrijk dat het oliepeil van de motor zich altijd ongeveer op het
maximumniveau bevindt.
2. Controleer of de motorsmeerolie in overeenstemming is met de
gebruiksaanwijzing
in
de
motorbedieningspersoneel.
3. Kontroleer het oliepeil van de kompressor in het peilglas op de
afscheidertank.
4. Controleer het niveau van de dieselbrandstof. Als regel raden we
u aan om de brandstof aan het einde van iedere werkdag bij te vullen.
Daarmee voorkomt u dat er condensatie in de tank optreedt. Zie de
handleiding/het
onderdeel
specificaties van de dieselbrandstof.
VOORZICHTIG: Bij tanken:
.
motor uitschakelen.
.
niet roken.
.
eventueel open vuur doven.
.
brandstof niet in contact laten komen met hete oppervlakken.
.
persoonlijke veiligheidsuitrusting dragen.
Handleiding
of
het
onderdeel
motorbedieningspersoneel
BEDIENINGS–INSTRUKTIES
5. Water van de brandstoffilter–waterafscheider aftappen en zorgen
dat eventueel ontsnapte brandstof veilig opgevangen wordt.
6. Open de service–afsluiter. Zo zorgt u ervoor dat de kompressor niet
meer onder druk staat. Sluit de service–afsluiter.
7. VOORZICHTIG! Zorg ervoor dat de overkapping/deuren tijdens
bedrijf geheel gesloten zijn. Gebeurt dat niet, dan kan oververhitting
ontstaan en komt er meer geluid vrij.
8. Kontroleer het niveau van de koelvloeistof in de radiateur.
Kontroleer de luchtrestriktie–indikator(s). Zie ONDERHOUD
verderop in dit handboek.
Bij starten van of werken met de machine in temperaturen beneden
of in de omgeving van 0_C, controleren dat de werking van het
regelsysteem, de afblaasklep, de veiligheidsklep en de motor niet
voor
gehinderd wordt door ijs of sneeuw, en dat de inlaat en uitlaatpijpen en
–kanalen vrij van ijs of sneeuw zijn.
17
9/235