89
PERIODIEKE INSPECTIE EN ONDERHOUD
Vullen met koelmiddel
Controleren dat de motor koel is.
Koelmiddel aftapplug sluiten en onderste slangeklem weer
aantrekken.
Schoon water gemengd met 50/50 antivries als koelmiddel
gebruiken. Radiator met koelmiddel vullen tot het peil op de vulpoort
hals staat.
Langzaam vullen om te voorkomen dat er lucht in het koelsysteem
komt.
Voor koelmiddelvolume, zie sectie "Algemene Informatie"
Wanneer het systeem gevuld is, motor ongeveer vijf minuten op
stationair toerental laten draaien, dan, terwijl het koelmiddel ontlucht
wordt gaat het koelmiddelpeil omlaag.
Motor stoppen en bijvullen met het juiste koelmiddel mengsel.
Buitenzijde van radiator reinigen.
Vuil, modder, droog gras dat tussen de radiatorlamellen
terechtgekomen is, blokkeren de luchtstroom en verlagen de
koelwerking. Radiatorlamellen elke 250 uur of 3 maanden (welke
hiervan het eerste plaatsvindt) met stoom of perslucht (<5bar) reinigen
en vaker onder ongunstige bedrijfsvoorwaarden.
Reinigen van koelsysteem circuit
Wanneer koelsysteem circuit verontreinigd is met ketelsteen of
slibdeeltjes, wordt de koelwerking verlaagd. Binnenste van circuit
periodiek met een geschikt reinigingsmiddel reinigen.
Koelsysteem circuit elke 1000 bedrijfsuren of 12 maanden (welke
hiervan het eerste plaatsvindt) reinigen.
BRANDSTOFSYSTEEM
De brandstof inspuitpomp en verstuivers zijn met hoge precisie
gefabriceerd en daarom veroorzaakt brandstof die met water of stof
verontreinigd is, vastlopen van de inspuitpomp plunjer of van het verstuiver
mondstuk. Een brandstofelement dat door slib of stofdeeltjes geblokkeerd
is, heeft verlaging van motorvermogen tot gevolg.
Periodieke inspectie en onderhoud als volgt uitvoeren:
Fig. 27
A Opvoerpompkop
B Ontluchtingsplug
C Filterelement
D Doorzichtige kom
E Aftapkraan
7/31, 7/41, 7/51, 7/71, 12/56
Water van brandstoffilter/scheider aftappen
Het brandstoffilter/scheider is aangebracht om het brandstofsysteem te
kunnen ontwateren. Water is zwaarder dan brandstof, zodat eventueel in
de brandstof aanwezig water in de bodem van de kom verzameld wordt.
De doorzichtige kom "D" moet dagelijks gecontroleerd worden en
als er water aanwezig is, moet dit uit de scheider afgetapt worden.
Onder de scheider een geschikte bak plaatsen om te voorkomen
dat er water binnen de machine gemorst wordt.
Aftapkraan "E" loszetten tot water uit de buis loopt.
Wanneer al het water verwijderd is, aftapkraan "E" aantrekken en
onderstaande "brandstofsysteem ontluchting" procedure opvolgen.
Vervangen van brandstoffilter/scheider element
OPM:
De patroon en kom bevatten brandstof. Voorzichtig zijn dat deze niet
tijdens demontage en montage gemorst wordt.
Het brandstoffilter/scheider zorgt eveneens voor primaire filtering
en het element "C" moet elke 500 bedrijfsuren of 6 maanden, welke
hiervan het eerst plaatsvindt, vervangen worden.
Vervangingsprocedure:
Element "C" van de kop afschroeven en zorgen dat geen brandstof in
de machine gemorst wordt. Eventueel brandstof in een geschikte bak
aftappen, dan de doorzichtige kom "D" van het element afschroeven.
Oude element op juiste wijze afvoeren.
Oude O–ring van kom "D" afnemen en de nieuwe, met het element
meegeleverde, installeren. Een weinig schone motorolie op de O–ring
aanbrengen en de kom "D" op het nieuwe element "C" schroeven.
Het contactvlak van de filter/scheider kop met een schone doek
afvegen om te verzekeren dat de afdichtring juist aanligt.
Element/kom combinatie met schone brandstof vullen en dan een
weinig schone motorolie op de afdichtingsring van het element
aanbrengen.
Nieuwe element stevig met de hand op de kop schroeven.
Onderstaande "brandstofsysteem ontluchting" procedure opvolgen.
Secundair brandstoffilter
Fig. 28
A Patroonelement
Het element moet elke 500 bedrijfsuren of 6 maanden, welke
hiervan het eerst plaatsvindt, vervangen worden.