49
ONDERHOUD
N.B.: Indien de kompressor onder ongunstige omstandigheden werkt
of als de kompressor lang heeft stilgestaan, is vaker onderhoud vereist.
WAARSCHUWING! Onder geen beding mag u de afvoerstoppen
of de oliefilterstop van het smeer– en koelsysteem verwijderen
zonder er eerst zeker van te zijn dat de kompressor is
uitgeschakeld en niet meer onder druk staat (zie STOPPEN onder
BEDIENINGSINSTRUKTIES van dit handboek).
Laat het afscheidersysteem, inklusief leidingen en oliekoeler,
geheel leeglopen door de afvoerstoppen te verwijderen en de
afgelopen olie in een geschikte kontainer op te vangen.
Plaats de stoppen weer in de juiste afvoer en zorg ervoor dat ze
goed vastzitten.
AFSTELLEN VAN DE DRUK– EN SNELHEIDSREGELING
Doorgaans behoeft de druk– en snelheidsregeling geen afstelling.
Indien het toch voorkomt dat deze onderdelen niet meer korrekt zijn
afgesteld, gaat u als volgt te werk:
Zie bovenstaand schema.
A: Regel arm
B: Stel schroef
Start de machine (zie START INSTRUCTIES in het handboek).
7/31, 7/41, 7/51, 7/71, 12/56
N.B.: Indien u de olie direkt aftapt nadat de kompressor in bedrijf is
geweest, is het meeste bezinksel nog niet neergeslagen en daardoor
beter te verwijderen.
VOORZICHTIG! Bepaalde oliemengsels zijn totaal ongeschikt voor
deze kompressor. Gebruik ervan resulteert in de vorming van aanslag
of (schel)lak, die onoplosbaar kunnen zijn.
OPM: Voor alle omgevingstemperaturen boven –23_C altijd
INGERSOLL–RAND Pro–Tect olie specificeren.
OLIEFILTERELEMENT VAN DE KOMPRESSOR
Zie de SERVICE/ONDERHOUDSKAART in dit handboek voor de
tijdstippen waarop onderhoud dient te worden verricht.
WIELLAGERS VAN HET ONDERSTEL
Wiellagers dienen elke 6 maanden te worden ingevet. Het te
gebruiken vet dient daarbij te voldoen aan specifikatie MIL–G–10924.
Inspecteer de gashandel op de motorregulator of deze volledig uit
staat in de vollast stand met de luchafsluiter geheel open (Zie
ALGEMENE INFORMATIE in het handboek).