Motorolie additieven
Motorolie bevat een aantal additieven. Als u de aanbevolen oliekwaliteit
gebruikt en deze op de verversingsperioden ververst, hebt u geen
extra additieven nodig.
Afvoer van afgewerkte olie – Afgewerkte olie (of enige andere olie)
nooit op onverantwoordelijke wijze afvoeren, zoals op de grond, in de
riolering, of in waterlopen of waterbekkens gieten. In plaats daarvan
recycleren door naar een verzamelpunt voor afgewerkte olie te
brengen. Afs u moeite hebt bij afvoer van afgewerkte olie, wordt
aanbevolen uw plaatselijk Ingersoll–Rand filial of dealer te raadplegen.
Dit geldt ook voor dieselbrandstof die met water verontreinigd is.
Afgewerkte motorolie
VOORZICHTIG:
Afgewerkte
verontreinigingen die huidkanker in proefdieren veroorzaakt hebben.
Langdurig huidcontact vermijden. Huid en nagels grondig wassen met
water en zeep – geen minerale olie, brandstof of oplosmiddelen.
Kleding, schoenen of lappen die afgewerkte motorolie bevatten
moeten gewassen of weggeworpen worden.
Afgewerkte motorolie en andere oliën op verantwoordelijke wijze
afvoeren.
KOELSYSTEEM
Spannen van ventilatorsnaar
Ventilatorsnaar spannen wanneer hij slapper dan de gespecificeerde
waarde is en bij vervangen van de snaren.
VOORZICHTIG: Om letsel te vermijden, ventilator snaarspanning
controleren en bijstellen wanneer de motor gestopt is.
Wanneer de snaar midden tussen de ventilatorpoelie en de
dynamopoelie met de duim 8 à 10mm (ongeveer 110 N (10kg) druk)
ingedrukt wordt, is de snaarspanning juist.
Fig. 25
A Bevestigingsbouten
B Stelbout
Stelprocedure
De snaar wordt gespannen door de dynamo bij zijn montagebout te
draaien.
De drie dynamobevestigingsbouten (A) loszetten.
De dynamo bij zijn montagebout al naar vereist naar de motor toe
of er vandaan kantelen m.b.v. de stelbout.(B)
De drie bevestigingsbouten (A) aantrekken
PERIODIEKE INSPECTIE EN ONDERHOUD
motorolie
bevat
gevaarlijke
OPM: Nadat de dynamo vastgezet is kan de spanning iets veranderd
zijn. Daarom na aantrekken van de bouten de spanning opnieuw
controleren.
Na instellen, motor ongeveer vijf minuten op laag stationair toerental
laten draaien, motor stoppen en snaarspanning opnieuw controleren.
Speciaal opletten bij installeren van een nieuwe snaar. De spanning
kan in het begin veranderen wegens inbedden op de poelie.
Gebruik van oorspronkelijke Ingersoll–Rand ventilatorsnaar.
Altijd oorspronkelijke Ingersoll–Rand ventilatorsnaren gebruiken
omdat zij een hoog aandrijfvermogen en lange levensduur hebben.
Gebruik van non–Ingersoll–Rand ventilatorsnaren kan vroegtijdige
snaarslijtage of –verlenging tot gevolg hebben en oververhitting of
overmatig snaarlawaai veroorzaken.
Verversen van koelmiddel
Het koelmiddel moet elke 1000 uur of 12 maanden ververst worden,
welke hiervan het eerst plaatsvindt.
Als koelmiddel door slib verontreinigd wordt kan dit oververhitting van
de motor of afblazen van koelmiddel bij de radiator veroorzaken.
Aftappen van koelmiddel
WAARSCHUWING: Heet motorkoelmiddel en stoom kunnen letsel
veroorzaken, Bij
bijvullen
antivriesoplossing uit de radiator, motor tenminste één minuut vóór
loszetten van de radiatorvuldop stoppen. De handen met een doek
beschermen, vuldop langzaam losdraaien en eventueel ontsnappende
vloeistof met de doek absorberen. Vuldop pas afnemen wanneer alle
overtollige vloeistof uitgestroomd en het motorkoelsysteem geheel
drukloos is.
WAARSCHUWING: Bij aftappen of bijvullen van antivries oplossing de
aanwijzingen van de antivries fabrikant opvolgen. Het wordt
aanbevolen persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen om huid en oog
contact met de antivries oplossing te verhinderen.
Radiatordop afnemen.
Onderste radiator slangeklem loszetten om koelmiddel uit de
radiator af te tappen.
Fig. 26
A Water aftapplug in cilinderblok
Koelmiddel uit motorblok aftappen door de water aftapplug (A fig.
26) links op het cilinderblok achter de dynamo, los te zetten.
of
aftappen
van
koelmiddel
7/31, 7/41, 7/51, 7/71, 12/56
88
of