Gebruik
Bedieningsconcept via ISOBUS
Losbandknik 1 heffen/neerlaten analoog.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 1.
Losbandknik 1 heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 1.
Losbandknik 1 neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 1.
Losbandknik 2 heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 2.
Losbandknik 2 neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 2.
Losbandknik 2 heffen/neerlaten analoog.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 2.
Losband aan/uit.
Wanneer de functie wordt ingedrukt, worden de losband en de rolbodem geactiveerd
en gedeactiveerd. De losband loopt met het ingestelde toerental van de toerentalrege-
laar op het bedieningselement links.
Rolbodem aan/uit.
Wanneer de functie wordt ingedrukt, wordt de rolbodem geactiveerd en gedeactiveerd
bij ingeschakelde losband.
Losband niveau 1.
Zolang de functie wordt ingedrukt, lopen de losband en de rolbodem met de ingestelde
rolbodemsnelheid 1 AUX in het Hoofdmenu → Basisinstellingen → Bunker. Wanneer
de functie tweemaal kort wordt ingedrukt, lopen de losband en de rolbodem continu
met de ingestelde rolbodemsnelheid 1 AUX.
Losband niveau 2.
Zolang de functie wordt ingedrukt, lopen de losband en de rolbodem met het maximale
toerental. Wanneer de functie tweemaal kort wordt ingedrukt, lopen de losband en de
rolbodem continu met het maximale toerental.
97 / 481