Gebruik
Bedieningsconcept via ISOBUS
Opname neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de opname.
Voorgeselecteerde/geactiveerde automatische diepteregelaar damdrukregeling
of damdrukontlasting.
Activeert en deactiveert de geselecteerde automatische diepteregelaar.
De automatische detectie dammidden is gedeactiveerd.
Activeert en deactiveert de automatische detectie dammidden.
Bunkervulband heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de sorteerband.
Bunkervulband neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de sorteerband. Bij de bunkermachine
gaat eerst de bunker naar beneden, wanneer deze niet in de onderste eindstand staat.
Verzamelkist openen.
Wanneer de functie wordt ingedrukt, wordt de verzamelkist geopend. Wanneer de
functies "Verzamelkist openen" en "Verzamelkist sluiten" tegelijkertijd worden inge-
drukt, wordt de uitvoerband van de verzamelkist permanent bewogen.
Verzamelkist sluiten.
Wanneer de functie wordt ingedrukt, wordt de verzamelkist gesloten. Wanneer de
functies "Verzamelkist openen" en "Verzamelkist sluiten" tegelijkertijd worden inge-
drukt, wordt de uitvoerband van de verzamelkist permanent bewogen.
Sorteerband sneller.
Zolang de functie wordt ingedrukt, gaat de sorteerband sneller bewegen.
Sorteerband langzamer.
Zolang de functie wordt ingedrukt, gaat de sorteerband langzamer bewegen.
6.3.1.1.2
Ondersteunde AUX-N-functies van de bunkermachine
Bunker heffen/neerlaten analoog.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker. Als de bunker in de laagste
positie staat, wordt de sorteerband neergelaten.
Bunker heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker.
Bunker neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker. Als de bunker in de laagste
positie staat, wordt de sorteerband neergelaten.
95 / 481