Damdrukregeling - ROPA Keiler 2 Originele Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails
Zie ook voor Keiler 2:
- Gebruiksaanwijzing (389 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (544 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
6.12.1.4.2
Damdrukregeling
(1)
Cilinder opname links
(2)
Sensor damdrukregeling links
(3)
Sensor damdrukregeling rechts
(4)
Cilinder opname rechts
Bij de damdrukregeling wordt de laaddruk van de damwielen via druksensoren in de
rooidieptecilinders links (2) en rechts (3) voor iedere rij afzonderlijk vastgesteld.
De ingestelde laaddruk wordt door fijngevoelig ontlasten en belasten van de cilinder
opname links (1) en rechts (4) geregeld.
De instel-laaddruk kan voor iedere rij afzonderlijk op de Tractorterminal worden afge-
steld tussen 5 bar en 35 bar. De damdrukregeling moet zo worden ingesteld, dat de
damwielen over de dam rollen en de dam niet verschuiven deze aanstampen.
Na het afstellen van de damdrukregeling moet de rooidiepte worden gecontroleerd.
Voorbeeld:
Bij natte weersomstandigheden of zwaar begaanbare bodem.
– Minimale laaddruk 10 bar.
Bij droge weersomstandigheden voor veilige aanvoer en voor het breken van kor-
sten.
– Maximale laaddruk 25 bar.
OPMERKING
Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden functioneert soms de damdrukregeling
en soms de damdrukontlasting
name en de opnamen voor speciale producten functioneren alleen met de damdruk-
ontlasting.
4
3
(Zie Pagina
1
2
222) beter. De modellen van de zwadop-
Gebruik
Opname
205 / 481
Advertenties
Inhoudsopgave
