ONDERHOUD/DAGELIJKS OF ELKE 10 UUR (VERVOLG)
Afbeelding 38: Aflaatklep oliecarter
Afbeelding 39: Motoroliefilter
Afbeelding 40: Oliefilterafdichtingen
Afbeelding 41: Oliefilter aftakkingstuk
A
Olieaflaatklep
B
Oliefilterelement
C
Binnenste afdichting
D
Buitenste afdichting
E
Afdichtingsoppervlakken
F
Stofafdichting
Filtering van oliën is van groot belang voor de juiste
smering. Altijd regelmatig het filter vervangen.
Gebruik een filter dat voldoet aan John Deere
prestatienormen.
OPMERKING:
Vervang olie en filter voor het eerst na max. 100
werkuren en vervolgens elke 500 uur. Vervang de
olie en het filter minstens eenmaal per jaar.
1. Laat de motor ongeveer 5 minuten werken om de olie
op te warmen. Schakel de motor uit.
2. Open de aflaatklep van het oliecarter (A).
3. Tap de motorcarterolie uit de motor af als deze nog
warm is.
4. Vervang het oliefilter als volgt:
a. Verwijder en voer het oliefilterelement (B) af met
een geschikte filtersleutel.
b. Breng schone motorolie aan op de binnenste (C)
en
buitenste
filterschroefdraad.
c. Veeg beide afdichtoppervlakken (E) van het
filteraftakkingsstuk oliefilter aftakkingsstuk af met
een schone vod. Controleer of de inkepingen in
de stofafdichting (F) correct zijn aangebracht in
de uitsparingen in de behuizing.
Vervang de stofafdichting indien nodig.
d. Installeer en draai het oliefilter handvast tot het
goed op de stofafdichting aansluit (F). NIET te
hard vastdraaien.
5. Aflaatklep oliecarter afsluiten.
50
G60, G80, G100, G150, G200-SIIIA B&O-handboek
LET OP
(D)
afdichtingen
en
de