ADDR-besturing
De instelling van het besturingsadres.
RS232-modus
Selectie van het communicatieprotocol.
Standaard : Lite Edit
Modbus = Modbus protocol
Cummins MB = Cummins Modbus protocol
MOTORPARAMETERS
Start TPM
"Ontsteking" toerental als de besturing stopt met tornen
(starter gaat UIT).
Start POlie
Zodra bereikt, stopt de besturing met tornen (starter gaat
UIT). Er zijn drie condities om te stoppen met tornen: Start
TPM, Start POlie en D+ (indien ingeschakeld). De starter
gaat uit als een van deze condities is vervuld.
Voorverhitting tijd
De tijdsvertraging voor voorverwarmen nadat de unit het
startbevel krijgt. De unit begint te starten na het
voorverwarmen. Selecteer Niet Voorverwarmen met
instelling = 0 standaard fabrieksinstelling = 10 seconden.
MaxTorn tijd
Maximum tijdslimiet van tornen.
Pauze tornstoring
Pauzetijd tussen tornpogingen.
Tornpogingen
Maximum aantal tornpogingen.
Stationaire tijd
Stationaire tijdsvertraging start als TPM hoger wordt dan
Start TPM. Startstoring wordt vastgesteld als tijdens
stationair bedrijf de TPM lager worden dan 2.
Starttoerental
TPM
TPM = 2
BO startmotor
BO STATIONAIR
NOMINAAL
Stationaire looptijd
Min. stabiliteitstijd
Nominale
generatorspanning
gedetecteerd
nadat
stationaire tijd verstrijkt en deze tijd is verlopen.
RPM
Min. stabiliteitstijd
Elektrische
beveiligingen
Startstoring
actief
voor
starten
de
starter
is
uitgeschakeld,
Max. stabiliteitstijd
Als de nominale generatorspanning niet stabiel is in de tijd
nadat de starter UIT is en de stationaire tijd verstrijkt, zal
de genset uitschakelen. Stabiliteit betekent dat spanning
en
frequentie
waarschuwingsinstellingen zijn.
BO: STARTMOTOR
Koelsnelheid
Deze functie wordt niet gebruikt. Gereserveerd voor
toekomstige toepassingen. Standaard fabrieksinstelling =
NOMINAAL.
Koeltijd
Bedrijfstijd van de onbelaste generatorset om de motor te
koelen voor het stoppen.
Na koeltijd
Deze
functie
fabrieksinstelling = 0.
Stoptijd
Wanneer de stopsequentie van de generatorset actief is,
kan de brandstofsolenoïde output gedurende deze
periode niet inschakelen.
Brandstofsolenoïde
Bepaalt
het
BRANDSTOFSOLENOÏDE.
DIESEL: Output sluit samen met de binaire output
STARTER.
De output gaat open als de Noodstop inschakelt of
gekoelde generatorset wordt gestopt of in pauze is tussen
herhaaldelijke startpogingen.
GAS: Output sluit af samen de
ONTSTEKING als TPM meer dan 30 TPM (vaste waarde)
is. Output gaat open na het stopbevel of gepauseerd
tussen herhaaldelijke startpogingen.
Brandstoftrekspoel
Tijdsduur dat output Brandstoftrekspoel actief is. Deze
output wordt gebruikt voor onmiddellijke activatie van een
brandstofsolenoïde trekspoel.
wordt
29
G400/500-SIIIA Bedienings- en onderhoudshandboek
binnen
de
grenzen
Spanningsdetectie
Startmotor uit
Stationaire
Stabiliteitstijd
looptijd
wordt
niet
gebruikt.
gedrag
van
de
binaire
van
de
Standaard
output
binaire
output