FLUXUS F72*
19.3
Rekenkanalen
Opmerking!
Rekenkanalen staan alleen ter beschikking als de transmitter meer dan één meetkanaal heeft.
Behalve de ultrasone meetkanalen heeft de transmitter 2 virtuele rekenkanalen Y en Z. Daarmee kunnen de
meetwaarden van alle meetkanalen worden verrekend.
Het resultaat van de vastgelegde verrekeningsfunctie is de meetwaarde van het gekozen rekenkanaal. Deze meetwaarde
is gelijkwaardig aan de meetwaarden van een meetkanaal. Alle operaties die mogelijk zijn met de meetwaarden van een
meetkanaal (b.v. totaliseren, bewaren, uitvoer) kunnen ook worden verricht met de meetwaarden van een rekenkanaal.
19.3.1
Eigenschappen van de rekenkanalen
Soort verrekening
zie bijvoegsel A
19.3.2
Het parametreren van een rekenkanaal
Parameters\Kanaal Y
• Kies in de programmavertakking Parameters een rekenkanaal (in dit geval: Kanaal Y).
• Druk op ENTER.
De huidige verrekeningsfunctie verschijnt in beeld.
• Druk op ENTER.
19.3.2.1
Keuze van de verrekeningsoort
Tab. 19.2: Verrekeningssoorten
Middel (alle kanal OK)
gemiddelde waarde met "EN"
Alle meetkanalen moeten een
geldige meetwaarde leveren.
verrekeningsfunctie
Y = (A + B)/2
FLUXUS *722:
Als in het menupunt Speciale functies\Meting\Meetmodes\Synch. meerkanaalsmet. het gesynchroniseerd
kanaalgemiddelde geactiveerd is, dan kan als verrekeningssoort alleen gemiddelde waarde worden geselecteerd (EN- of
OF-koppeling).
Parameters\Kanaal Y\Soort verrekening
• Kies een verrekeningsoort.
• Druk op ENTER.
• Wijs aan elk bronkanaal een meetkanaal toe.
• Druk na elke keuze op ENTER.
UMFLUXUS_F72xV2-0NL, 2021-09-01
Parameters
Kanaal x
Verrekening
Middel (1 kanaal OK)
gemiddelde waarde met "OF"
Minstens één meetkanaal moet een
geldige meetwaarde leveren.
verrekeningsfunctie:
Y = (A + B)/n
In de programmavertakking Parameters moeten de
meetkanalen die verrekend moeten worden en de
verrekeningsfunctie ingetoetst worden.
Voor elk rekenkanaal kunnen 2 cut-off-flows worden
vastgelegd. De cut-off-flow is niet op de stromingssnelheid
gebaseerd zoals bij de meetkanalen. Hij wordt vastgelegd
in de maateenheid van de meetgrootheid die voor het
rekenkanaal is gekozen. Tijdens de meting worden de
verrekeningswaarden vergeleken met de cut-off-flows en,
indien nodig, op nul gezet.
Speciaal
Elk kanaal dat voor verrekening is
geselecteerd, kan worden
toegewezen aan waarde met
voorteken.
19 Uitgebreide functies
19.3 Rekenkanalen
173