19 Uitgebreide functies
19.5 De grenswaarde voor de buisbinnendiameter veranderen
19.4.3
Wissen van snaps
Speciale functies\Snap\Snaps wissen
• Kies het menupunt Snaps wissen.
• Druk op ENTER.
• Kies Ja of Nee.
• Druk op ENTER.
19.5
De grenswaarde voor de buisbinnendiameter veranderen
U kunt de onderste grenswaarde van de buisbinnendiameter voor een bepaald sensortype veranderen.
• Kies de programmavertakking Speciale functies.
• Druk op ENTER.
Speciale functies\Buisdiameter MIN
• Kies Buisdiameter MIN.
• Druk op ENTER.
Het is mogelijk om een min. buisdiameter vast te leggen voor alle relevante sensorfrequenties.
• Kies Voorinstelling als er geen gebruikersgedefinieerde gegevens worden ingevoerd en de vooringestelde
waarden moeten worden gebruikt.
• Druk op ENTER.
• Kies Gebruiker gedefinieerd als u wilt dat er min. buisdiameter wordt vastgelegd.
• Druk op ENTER.
• Toets de buisbuitendiameter in mm in.
• Druk op ENTER.
Opmerking!
Indien een sensor wordt gebruikt onder zijn aanbevolen buisbinnendiameter, dan bestaat de kans dat een meting
onmogelijk is.
19.6
Afstandsbestuurde functies
Funktiebesturing
→ Meetw. resetten
→ Total. op 0 zetten
→ Totalizer stoppen
→ FastF activeren
→ Niet verrekenen
zie bijvoegsel A
De volgende afstandsbestuurde functies kunnen worden geactiveerd:
• meetwaarden resetten
• totalizers resetten
• totalizers stoppen
• FastFood-mode activeren
• niet verrekenen
192
Opties
Kanaal x
Met ingang
Afstandsbestuurde functies kunnen worden geactiveerd
met een event trigger, triggerbare analoge ingangen of
binaire ingangen.
Om voor een ingang een afstandsbestuurde functie te
definiëren, moet deze in de menupunt Speciale
functies\Ingangen vrijgegeven worden.
Om voor een event trigger een afstandsbestuurde functie
te definiëren, moet deze in het menupunt
Opties\Kanaal x\Event trigger vrijgegeven
worden.
Er kunnen één of meerdere afstandsbestuurde functies
voor meerdere kanalen worden geactiveerd.
FLUXUS G72*
2022-04-01, UMFLUXUS_G72xV2-0-1NL