De rijomstandigheden verschillen van streek tot streek. Ze worden beïnvloed
door de weersomstandigheden, die sterk kunnen variëren van dag tot dag en van
seizoen tot seizoen.
Wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van
uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand. Matig uw snelheid altijd wanneer
u een passagier meeneemt. Voorzie een langere remafstand. Denk eraan: de
bestuurder is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier.
Op zand rijden is totaal verschillend van rijden door de sneeuw, in een bos of moe-
rasgebied. Elke locatie houdt specifieke moeilijkheden in en vereist specifieke
vaardigheden; bovendien is niet elke omgeving geschikt om met een passagier
te rijden. Schat de situatie goed in. Rijd altijd voorzichtig. Neem nooit onnodige
risico's, waardoor u of uw passagier zou kunnen vastlopen of gewond raken.
Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onverwachte
terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere
"grond" of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of onstabiel
worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te voorkomen.
Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kiepen, dan kunt u beter onmiddellijk
afstappen... WEG van de richting waarin het voertuig kantelt!
Inspectie voor het vertrek
Voer voor ieder vertrek een inspectie uit om potentiële problemen on-
derweg voor te zijn. De inspectie voor het vertrek helpt u om slijtage en
aantasting van onderdelen op te sporen voordat die problematisch kunnen
worden. Corrigeer alle ontdekte problemen om het risico op een panne
of ongeluk te vermijden. Raadpleeg indien nodig een erkende Can-Am
dealer.
Voer voordat u met dit voertuig gaat rijden steeds een controle uit aan de hand van
de checklist voor het vertrek.
Verhelp alle vastgestelde problemen voordat u met het voertuig gaat rijden.
Raadpleeg indien nodig een erkende Can-Am dealer.
________
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSINFORMATIE
RIJDEN MET UW VOERTUIG
_______
47