BEDIENINGSINSTRUCTIES
Zet de parkeerrem aan.
Zet de schakelhendel in de PARKEER-
stand.
Duw de motorstopschakelaar op OFF
(uit).
Schakel de contactschakelaar UIT.
Trek de sleutel uit het contactslot.
Wat als het voertuig is
omgeslagen?
Als uw voertuig ondersteboven of op
zijn zijkant ligt, zet het dan terug op zijn
wielen en wacht 3 à 5 minuten, voor-
dat u de motor start. Zie het hoofdstuk
ONDERHOUD en inspecteer het vol-
gende.
– Inspecteer de afvoerleiding van het
luchtfilterhuis op olie. Reinig de
luchtfilter en het luchtfilterhuis als u
olie aantreft.
– Controleer het motoroliepeil regel-
matig en vul bij indien nodig.
– Controleer het motoroliepeil regel-
matig en vul bij indien nodig.
– Start de motor. Leg de motor on-
middellijk stil als het oliedruklichtje
blijft branden. Raadpleeg een er-
kende Can-Am dealer.
Wat als het voertuig onder
water staat?
Als het voertuig ondergedompeld
werd moet u het zo snel mogelijk
naar een erkende Can-Am dealer bren-
gen.START DE MOTOR NOOIT!
Een
MERK OP
voertuig kan ernstige schade oplo-
pen als het niet op de juiste wijze
wordt herstart.
______________
108
ondergedompeld