1.
Verwijder de borgmoer, bout, veer en
afstandsstuk waarmee de grasgeleider vastzit
op de draaibeugels
Figuur 86
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
2.
Verwijder een beschadigde of versleten
grasgeleider.
3.
Plaats een afstandsstuk en de veer op de
grasgeleider.
4.
Plaats 1 J-vormig haakeind van de veer achter
de rand van het maaidek.
Opmerking:
Zorg ervoor dat 1 J-vormig
haakeind van de veer is gemonteerd achter
de rand van het maaidek voordat u de bout
monteert zoals wordt aangegeven in
5.
Monteer de bout en de moer.
6.
Plaats 1 J-vormig haakuiteinde van de veer om
de grasgeleider
(Figuur
Belangrijk:
De grasgeleider moet kunnen
draaien. Klap de geleider helemaal omhoog
en controleer of deze volledig omlaag draait.
(Figuur
86).
5. Veer (gemonteerd)
6. Grasgeleider
7. J-vormig haakuiteinde van
veer
Figuur
86).
Reiniging
Onderkant van het maaidek
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de
onderkant van het maaidek.
1.
Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in
de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
g015594
bestuurderspositie verlaat.
3.
Breng de voorkant van de machine omhoog en
plaats deze op assteunen.
Afval afvoeren
Motorolie, accu's, hydraulische vloeistof en
motorkoelvloeistof verontreinigen het milieu. Verwijder
deze stoffen volgens de plaatselijke voorschriften.
86.
56
en stel de