Elektrodenafstand: 0,75 mm
Bougies verwijderen
1.
Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in
de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Verwijder de bougies zoals wordt getoond in
Figuur
41.
Figuur 41
Bougie controleren
Belangrijk:
Maak de bougie(s) niet schoon.
Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte
laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er
een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren
vertoont.
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Stel de afstand in op 0,75 mm.
Figuur 42
Bougie monteren
en stel de
g031449
Vonkenvanger controleren
Indien aanwezig
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
WAARSCHUWING
g027478
Hete onderdelen van het uitlaatsysteem
kunnen benzinedampen ontsteken, zelfs
nadat u de motor hebt afgezet. Hete deeltjes
die tijdens het gebruik van de motor uit de
uitlaat komen, kunnen ontvlambaar materiaal
ontsteken, waardoor lichamelijk letsel of
materiële schade kan ontstaan.
Vul geen brandstof bij en laat de motor niet
lopen totdat de vonkenvanger is geplaatst.
1.
Schakel de motor uit, wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het contactsleuteltje.
2.
Wacht tot de geluiddemper is afgekoeld.
3.
Als u scheuren ziet in het scherm of in de lassen
moet u de vonkenvanger vervangen.
4.
Als het scherm verstopt raakt, verwijder dan
de vonkenvanger en schud de deeltjes eruit.
Reinig het scherm met een staalborstel (laat het
scherm indien nodig weken in oplosmiddel).
5.
Plaats de vonkenvanger terug op de uitlaat.
g027479
35
Figuur 43
g027661