5.
Controleer of de machine recht spoort en stel
de stang af zoals nodig.
Opmerking:
Als u er niet in slaagt de machine
recht te laten sporen door middel van de linker
regelstang, neem dan contact op met uw
erkende servicedealer.
6.
Controleer of de machine niet kruipt in
de neutraalstand wanneer de parkeerrem
uitgeschakeld is.
7.
Plaats de brandstoftank terug als u deze hebt
verwijderd.
8.
Plaats het kussen.
De bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren/Maan-
delijks (houd hierbij de kortste
periode aan)
De juiste bandenspanning voor de achterbanden is
0,83 tot 0,97 bar.
Belangrijk:
Een ongelijke bandenspanning kan
leiden tot onregelmatige maairesultaten.
Opmerking:
De voorbanden zijn semi-pneumatisch
en hoeven niet op spanning te worden gehouden.
Figuur 52
Lager van draaipunt van
zwenkwiel afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren/Jaar-
1.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de
rijhendels in de
en stel de parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Verwijder de stofkap van het zwenkwiel en draai
de borgmoer aan
4.
Draai de borgmoer aan totdat de veerringen vlak
liggen, en draai deze vervolgens een ¼ slag
terug om de voorspanning op de lagers correct
af te stellen
Belangrijk:
goed zijn geplaatst, zoals getoond in
53.
5.
Plaats de stofkap
g001055
1. Schotelveren
2. Borgmoer
Onderhoud van
zwenkwielen en lagers
De zwenkwielen draaien op een rollager ondersteund
door een spanbus. Als het lager steeds goed
gesmeerd blijft, is de slijtage minimaal. Als u nalaat
het lager goed te smeren, zal deze snel gaan slijten.
41
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
(Figuur
53).
(Figuur
53).
Zorg ervoor dat de veerringen
(Figuur
53).
Figuur 53
3. Stofkap
Figuur
g001297