HOOFDSTUK 5 - NOODPROCEDURES
5.3
BEDIENING IN NOODGEVALLEN
Gebruiker heeft machine niet onder controle
ALS DE GEBRUIKER OP HET PLATFORM IS BEKNELD OF
OM ANDERE REDENEN DE MACHINE NIET ONDER CON-
TROLE HEEFT OF NIET KAN BEDIENEN:
1. Moet ander personeel alleen wanneer dit nodig is de
machine vanaf het grondbedieningsstation bedienen.
2. Andere bevoegde personen op het platform kunnen het
platformbedieningsstation gebruiken. GA NIET VERDER
MET HET WERK ALS DE BEDIENING NIET GOED FUNC-
TIONEERT.
Platform of giek zit boven vast
Als het platform of de giek boven in constructies of apparatuur
vastgeklemd raakt, moeten de personen op het platform in
veiligheid worden gebracht voordat de machine wordt losge-
maakt.
5-2
5.4
SLEPEN IN NOODGEVALLEN
Slepen van deze machine is verboden. Er zijn echter voorzienin-
gen om de machine te kunnen verplaatsen. De volgende proce-
dures mogen UITSLUITEND in geval van nood worden toegepast
om de machine naar een geschikte plaats voor onderhoud te
brengen.
1. Blokkeer de wielen goed.
2. Schakel de mechanische ontgrendeling op beide aan-
drijfnaven in door de twee bouten op elke naaf los te
draaien, volledig om te keren en deze weer vast te
draaien.
3. Sluit geschikte apparatuur aan, verwijder de blokken en
verplaats de machine.
Voer de volgende procedure uit nadat de machine is ver-
plaatst:
4. Plaats de machine op een stevige, gelijke ondergrond.
5. Blokkeer de wielen goed.
6. Schakel de mechanische ontgrendeling op beide aan-
drijfnaven uit door de twee bouten op elke naaf los te
draaien, volledig om te keren en deze weer vast te
draaien.
7. Verwijder de blokken van de wielen indien nodig.
8. RIJD NIET SNELLER DAN 5 KM/U (3 MPH).
– JLG Hoogwerker –
3122494