HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING
CONTROLEER VOORDAT U GAAT RIJDEN OF DE GIEK ZICH BOVEN DE
ACHTERAS BEVINDT. ALS DE GIEK ZICH BOVEN DE STUURWIELEN
BEVINDT, IS DE BEWEGING VAN DE STUUR- EN RIJHENDELS OMGE-
KEERD AAN DE BEWEGING VAN DE MACHINE.
Vooruit en achteruit rijden
DE VOETSCHAKELAAR MOET WORDEN INGEDRUKT VOORDAT EEN
FUNCTIE WORDT GEACTIVEERD, ANDERS WERKT DE FUNCTIE NIET.
1. Als de machine wordt stopgezet, moet de noodstopscha-
kelaar op het grondbedieningsstation worden uitgetrok-
ken en de keuzeschakelaar Platform/Grond op Platform
worden gezet.
2. Trek de noodstopschakelaar op het platformbedienings-
station uit en activeer de voetschakelaar.
3. Plaats de rijregelaar naar wens op vooruit of achteruit. De
hoek van de regelaar bepaalt de rijsnelheid.
4-6
4.5
STUREN
Druk de voetschakelaar in om de machine te sturen, zet de
duimschakelaar op de rij/stuurregelaar naar rechts om naar
rechts te sturen of naar links om naar links te sturen.
4.6
PLATFORM
Laden vanaf de grond
1. Plaats het chassis op een vlakke, stevige en horizontale
ondergrond.
2. Als de totale belasting (personen, gereedschap en beno-
digdheden) 227 kg (500 lb) of minder is, dient u de lading
gelijkmatig over de vloer van het platform te verdelen,
waarna u naar de werkplaats kunt gaan.
Laden vanaf een plaats boven de grond
Doe het volgende alvorens het platform boven de grond te
laden:
1. Bepaal wat het totale gewicht zal zijn nadat het extra
gewicht is geladen (personen, gereedschap en beno-
digdheden).
2. Als het totale gewicht op het platform minder dan 227 kg
(500 lb) zal zijn, kan het gewicht worden toegevoegd.
– JLG Hoogwerker –
3122494