O O v v e e r r i i g g e e b b e e d d i i e e n n i i n n g g s s e e l l e e m m e e n n t t e e n n
9 9 6 6
B B e e d d i i e e n n i i n n g g s s e e l l e e m m e e n n t t e e n n
C
D
B
E
A
A Mesbeschermer, onderkant vlak tegen de
grond
B Moer (voor afstellen kiepstandindicatoren)
C Kiepstandindicatoren
D Moer (voor afstellen sensor)
E Indicatorpen
De afstand (X) tussen de indicatorpen en de sensor
moet 3-5 mm bedragen.
Automatisch kiepen (bakafslag)
A A u u t t o o m m a a t t i i s s c c h h k k a a n n t t e e l l e e n n ( ( p p o o s s i i t t i i o o n n e e e e r r i i n n r r i i c c h h t t i i n n g g
b b a a k k ) )
O O P P M M E E R R K K I I N N G G ! !
Alleen bij hydraulische servohendels.
De automatische kiepfunctie zorgt ervoor dat het aanbouwdeel
automatisch in de ingestelde stand stopt wanneer het
aanbouwdeel wordt ingekiept (naar binnen) met de hendel in
vergrendelde stand. Dit resulteert in korter durende cycli en
minder slijtage.
O O P P M M E E R R K K I I N N G G ! !
De automatisch kiepfunctie kan worden gebruikt en ingesteld
voor verschillende aanbouwdelen. In onderstaande instructies
wordt een bak gebruikt en is de automatische kiepfunctie
(bakafslag) ingesteld om in werking te treden als de onderzijde
van de mesbeschermer van de bak parallel staat met het
grondoppervlak. Deze gebruikelijke instelling houdt in dat de
mesbeschermer de meeste slijtage opvangt, waardoor slijtage
van de rest van de bak tot een minimum wordt beperkt.
O O P P M M E E R R K K I I N N G G ! !
De kiepstandindicatoren kunnen voor één bepaald aanbouwdeel
worden afgesteld en de sensor voor een ander. Als de
kiepstandindicatoren zijn afgesteld, moet de sensor altijd
naderhand worden ingesteld omdat de sensor bij het afstellen van
de kiepstandindicatoren verplaatst is!
A A f f s s t t e e l l l l e e n n
1 Plaats de bak zo dat de onderzijde van de mesbeschermer
plat tegen de grond ligt (zie afbeelding).
2 Schakel de motor uit, maar laat de contactsleutel in de rijstand
V1149123
staan.
3 Controleer of de afstand tussen de sensor en de indicatorpen
3-5 mm bedraagt. Pas dit anders aan door een van de moeren
los te draaien en de sensor met de andere moer naar de juiste
afstand te verplaatsen. Draai vervolgens beide moeren vast.
4 Als de kiepstandindicatoren afgesteld moeten worden, draai
dan de moer los en verplaats deze naar de gewenste stand.
Draai vervolgens de moer vast.
5 Draai de moer los voor het afstellen van de sensor en plaats
de sensor in de exacte positie wanneer het ledlampje aan
achterzijde van de sensor niet brandt (precies dan wanneer
de sensor in lijn staat met het einde van de indicatorpen). Draai
vervolgens de moer aan.
6 Activeer de functie 'automatisch kiepen' (bakafslag) met de
schakelaar.
7 Start de motor en hef de bak zodanig op dat hij uitgekiept kan
worden (naar buiten). Controleer de instelling door de bak
eerst iets uit en dan in te kiepen, met de hendel in
vergrendelde stand. De bak moet dan automatisch inkiepen
en in de ingestelde stand blijven staan.
8 Laat de bak op de grond zakken (zonder hem te kiepen) en
controleer of de onderzijde van de mesbeschermer weer plat
op de grond rust.