0
9
1
8
2
3
7
4
6
5
A
4
2
1
3
V1192329
Bedieningselementen
A Flowregelaar (extra)
I I n n s s t t r r u u m m e e n n t t e e n n p p a a n n e e e e l l , , c c a a b b i i n n e e s s t t i i j j l l
6 6 A A A A u u t t o o m m a a t t i i s s c c h h h h e e f f f f e e n n ( ( h h e e f f a a f f s s l l a a g g ) ) ( ( b b i i j j h h y y d d r r a a u u l l i i s s c c h h e e
s s e e r r v v o o h h e e n n d d e e l l s s ) )
O O P P M M E E R R K K I I N N G G ! !
Voor het aanpassen van de hefaanslag, zie bladzijde
Schakelaar, bovenkant ingedrukt = automatisch heffen
(hefafslag) geactiveerd.
Onderkant schakelaar ingedrukt = automatisch heffen (hefafslag)
gedeactiveerd.
6 6 B B A A u u t t o o m m a a t t i i s s c c h h h h e e f f f f e e n n ( ( h h e e f f a a f f s s l l a a g g ) ) ( ( b b i i j j e e l l e e k k t t r r i i s s c c h h e e
s s e e r r v v o o h h e e n n d d e e l l s s ) )
Bovenkant schakelaar ingedrukt (terugverende stand) =
hefaanslag instellen, zie bladzijde
Schakelaar in middelste stand = automatisch heffen (hefafslag)
geactiveerd.
Onderkant schakelaar ingedrukt = automatisch heffen (hefafslag)
gedeactiveerd.
Voor nadere instructies, zie bladzijde
7 7 H H o o u u d d f f u u n n c c t t i i e e , , 3 3 e e h h y y d d r r a a u u l l i i s s c c h h e e f f u u n n c c t t i i e e ( ( b b i i j j
h h y y d d r r a a u u l l i i s s c c h h e e s s e e r r v v o o h h e e n n d d e e l l s s ) )
De functie wordt voornamelijk gebruikt voor hulpstukken met
draaiende delen, zoals bezems en sneeuwblazers, waarvoor een
geschikte draaisnelheid moet worden ingesteld aan de hand van
de flow voor de 3e hydraulische functie.
Bovenkant schakelaar ingedrukt = houdfunctie ingeschakeld.
Onderkant schakelaar ingedrukt = houdfunctie uitgeschakeld.
O O P P M M E E R R K K I I N N G G ! !
De houdfunctie is ook te deactiveren met de noodstopschakelaar,
zie bladzijde 151.
Stel de flow (draairichting en draaisnelheid) als volgt in:
1 Druk de bovenkant van de schakelaar in om de houdfunctie in
te schakelen.
2 Stem het motortoerental af op het te verrichten werk.
3 Beweeg de hendel (3) voor de 3e hydraulische functie in de
gewenste richting tot aan de maximale stand. De hendel wordt
vervolgens in positie gehouden door een magneet.
O O P P M M E E R R K K I I N N G G ! !
Zonder een flowregelaar (extra) wordt altijd de maximale flow
verstrekt.
4 Pas de flow met de flowregelaar (A) aan voor de gewenste
draaisnelheid.
I I n n s s t t r r u u m m e e n n t t e e n n p p a a n n e e l l e e n n
97 .
97 .
77
77
96 .