Afstelling:
- De hefinrichting moet
zo worden afgesteld
dat
de
machine
bodemoneffenheden
goed kan volgen.
- Pen (B) in het midden
van de geleiding.
Dit betekent dat de laagste
stand van de hefinrichting
moet worden begrenst.
- Aanbouwraam
moet
horizontaal zijn (15).
- De hefstangen begrenzen om zijdelingse speling te
voorkomen.
(374) 9800-NL INBETRIEBN
TD 79/98/19
15
TD 79/98/01
IN GEBRUIK NEMEN
Bodemdruk van de beide buitenste maaiers
De bodemdruk wordt hydraulisch
geregeld
- Ventiel (b) gesloten
- De druk in de accumulator moet
ongeveer
55
bar
(Drukweergave op beide manometers)
1. Maaier in werkstand brengen (positie H)
H
2. De beide buitenste maaiers helemaal omhoogzwenken (positie
H1)
Daardoor wordt de benodigde druk voor de ontlasting op de maai-eenheid
in de accumulator opgebouwd
H1
3. De beide buitenste maaiers helemaal laten zakken (positie H)
De drukweergave op beide manometers moet nu 65 bar bedragen
Instelmogelijkheid
+ druk verhogen
= minder bodemdruk van het
maai-element
- druk verminderen
= meer bodemdruk van het
maai-element
- 12 -
instellen
bedragen
TD 79/98/17
TD 79/98/18
+
55
bar
NL
H
H1
-