2.4. Pompen die onder richtlijn 2014/34 vallen (ATEX)
PACKO-pompen conform 2014/34/EG
zijn zo ontworpen en gebouwd dat het
risico op een ontploffing zo veel als
mogelijk vermeden wordt. Echter, de explosie-
veiligheid van de pomp in de installatie is maar
gegarandeerd door gezamenlijke voorzorgsmaat-
regelen van de pompconstructeur PACKO en de
Normaalaanzuigende pompen zijn pompen van de
series FP, NP, ICP, PHP, MFP, MCP, MWP, FMS,
NMS, FPP, IPP en SFP.
Luchtverwerkende pompen zijn pompen van de
series CRP, IRP, PRP en GFP.
Zelfaanzuigende pompen zijn pompen van de serie
MSP en MSCP.
Het vlampunt van een vloeistof is de laagste tem-
peratuur waarbij voldoende damp ontstaat boven
een vloeistof zodat deze vermengd met lucht kan
ontvlammen.
Een vloeistof is niet brandbaar zolang de tempe-
ratuur lager is dan het vlampunt van de vloeistof.
Belangrijk is op te merken dat bepaalde onderde-
len (vooral de mechanische asafdichting en de
20
gebruiker.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de risi-
co's afhankelijk van het pomptype en het al of niet
brandbaar zijn van de verpompte vloeistof alsook
van de te nemen preventieve maatregelen.
motor) van de pomp warmer kunnen zijn dan de
temperatuur van de verpompte vloeistof. Wanneer
een mechanische asafdichting droog draait, wordt
deze heel heet (tot boven 400°C). Bijgevolg moet
een vloeistof met een vlampunt veel hoger dan
de temperatuur waarop ze verpompt wordt, toch
aanzien worden als brandbaar bij het beoordelen
van het risico droogdraaien van de mechanische
asafdichting en het risico lek.
De zones in de tabel met gecursiveerde tekst wij-
zen op de afwezigheid van het risico.
De zones in de tabel met tekst in het vet wijzen op
risico's die kunnen voorkomen worden door aan-
passing van de pomp door a) de pompconstructeur
PACKO. Deze aanpassingen kunnen het risico pas