INHOUD ALGEMEEN Algemene informatie Fabrikant Auteursrecht Verklaring van overeenstemming Beoogd gebruik Typeaanduiding Geluidsdrukniveau Constructie Verpakking & Transport 1.10 Opslag VEILIGHEID DO’S en DON’TS ATEX veiligheidsmaatregelen INSTALLATIE Installatie Aansluiting van de motor Aansluiten spoeling mechanische asafdichting Opstarten CHECK DE DRAAIRICHTING VAN DE POMP Werkingsprincipe Draairichting WERKING...
1 ALGEMEEN 1.1 ALGEMENE INFORMATIE Bedankt voor uw aankoop van PACKO-producten! Deze handleiding van de ZP-serie draaizuigerpompen beschrijft een veilige en juiste werking tijdens het gebruik en in alle levenscycli. Deze handleiding bevat instructies voor de installatie, het gebruik, demontage en montage, onderhoudsprocedures en probleemoplossing.
1.4 VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Verklaring van overeenstemming volgens bijlage IIA van de "Machinerichtlijn" 2006/42 EG Wij, Packo Inox Ltd Cardijnlaan 10 B-8600 DIKSMUIDE BELGIË verklaren Packo-pomp type ……........……… serienummer ........................ volledig voldoet aan de Machinerichtlijnen alsook aan de (geharmoniseerde) normen EN 809, ENISO12100. Wij willen er u op wijzen dat de pomp bestemd is om in een machine te worden ingebouwd en dat deze op grond van de Machinerichtlijnen pas in gebruik mag worden genomen nadat de gehele (samengestelde) machine in overeenstemming met de bepalingen van de Europese eisen is gebracht.
1.5 BEOOGD GEBRUIK De pomp mag alleen worden gebruikt voor het verpompen van media zoals overeengekomen in de van toepassing zijnde datasheet of specificatie. Elke andere toepassing dan het beoogde gebruik of ombouw van de pomp zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wordt geacht niet in overeenstemming te zijn met het beoogde gebruik.
4: aantal polen van de motor Mat. Code: (BW-120) D37SSVQ BW: rotor type (BW = bi-wing) 120: temperatuurklasse van de pomp (Graden C) D: type koppelingen (D = DIN 11851, B = BSP, E = DIN 2642, F = DIN 2576, R = RJT, S = SMS, I = IDF, T = Tri-Clamp ISO2852, M = Tri-clamp ASME BPE, O = Tri-clamp ISO, N = ANSI flenzen, V = DIN 11864-1, A = DIN 11864-2) ...
Pagina 7
Voorbeeldindeling van pompen met complete unit ① Basisplaat, ② Aandrijfeenheid, ③ Koppeling en afscherming, ④ Tandwielkast, ⑤ Rotorhuis met inlaat- en uitlaatpoorten, ⑥ Rotordeksel...
1.9 VERPAKKING & TRANSPORT De ZP-series worden verzonden in een niet-retourneerbare houten verpakking. Pak de pomp / unit uit bij levering en inspecteer deze op zichtbare transportschade. Eventuele tijdens het transport opgetreden schade dient direct na ontvangst van de zending te worden gemeld aan de transportagent.
2 VEILIGHEID 2.1 DO’S & DON’TS LEES en begrijp deze instructies voordat u de pomp installeert of gebruikt. GEBRUIK originele PACKO-onderdelen bij het vervangen van een onderdeel van de pomp. VOER GEEN onderhoud uit aan de pomp terwijl deze draait. PLAATS de pomp NIET in een toepassing waar de gebruikslimieten worden overschreden.
2.2 ATEX VEILIGHEIDSMAATREGELEN Risico Droogdraaien mechanische asafdichting (brandbare vloeistof kan in de omgeving Pomp (oververhitte dichtingsvlakken zijn komen) type een ontstekingsbron) Vloeistof Niet brandbare Geen gevaar • Gespoelde mechanische vloeistof dichting • Gespoelde mechanische dichting Brandbare • of debietbewaking door de •...
te voorkomen. De pomp mag geen vloeistoffen verpompen die warmer zijn dan 108 ° C. De pomp mag niet worden gestart voordat aan al deze veiligheidsmaatregelen is voldaan. 3 INSTALLATIE 3.1 INSTALLATIE 1. Het montageoppervlak moet vlak en waterpas zijn. 2.
Inspecteer de afdichting van de wartel. De wartel moet overeenkomen met de diameter van de gebruikte voedingskabel. Door het buigen van de kabel naast de wartel mag er geen water binnendringen. (Laat de kabel naar beneden lopen wanneer deze de motor verlaat.) Sluit de motor in ster of driehoek aan volgens de aanduiding op het naamplaatje van de motor en volgens het schema dat in de klemmenkast is gemonteerd.
Pagina 13
5. Voorafgaand aan het opstarten moeten eventuele door lokale wettelijke voorschriften vereiste veiligheidsmiddelen worden aangebracht. 6. De pomp mag nooit worden aangedreven tegen een gesloten persklep. Zorg ervoor dat de druk bij de afvoer niet hoger is dan de maximale druk zoals aangegeven op het kenplaatje van de pomp.
4 CONTROLEER DE DRAAIRICHTING VAN DE POMP 4.1 WERKINGSPRINCIPE De verdringerpompen zijn van het roterende type met gelobde rotoren. Het volume bij de inlaat neemt toe wanneer de rotors draaien en het product in de pomp wordt gezogen. Vervolgens wordt het in de ruimte tussen de lobben en de omtrek van het pomphuis naar de afvoerzijde getransporteerd.
5 WERKING 5.1 Oplossen van problemen Probleem Oorzaak Oplossing Pomp draait niet Onderbreking van elektrische stroom. Stroomonderbreker resetten, zekeringen controleren. Spie afgescheurd of ontbreekt. Vervangen. Koppeling riemen zijn niet Vervangen of aanpassen. aangesloten. Pompas of tandwielen afgescheurd. Vervangen. Verkeerde rotatie. Omkeren.
Pagina 16
Als u hulp nodig heeft, neem dan contact op met uw lokale verkoopkantoor met de volgende informatie: 1. Bedrijfsomstandigheden. 2. Nauwkeurige beschrijving van het gebrek. 3. Model van pomp en serienummer. 4. Indien mogelijk installatieschets van pompsysteem.
5.2 REINIGING 1. Draag rubberen handschoenen en een veiligheidsbril voordat u de pomp schoonmaakt. 2. Raak tijdens het CIP- en SIP-proces de pomp en pijpleidingen niet aan. 3. Zorg ervoor dat de snelheid van de CIP-oplossingen voldoende is om het hele circuit te reinigen.
6 ONDERHOUD 6.1 DEMONTAGE VAN HET ROTORHUIS Voordat de pomp wordt uitgebouwd, moeten de afsluitkleppen in de zuig- en persleiding worden gesloten. Als een risico bestaat dat het product in de pomp uithardt, kristalliseert of bevriest, moet het onmiddellijk na gebruik grondig worden afgetapt en gereinigd. Dezelfde aandacht moet worden besteed aan de spoeling van de asafdichting.
Pagina 19
Na het uittrekken van beide rotoren en vier zeskantmoeren, kan het rotorhuis worden gescheiden door langs de tapeindbout te schuiven en uit de tandwielkast te trekken. Inspecteer het pomphuis op slijtage, maak het schoon en ga verder met onderhoud aan de afdichting (zie hoofdstuk 6.3), indien nodig. Fig. 6...
Nadat het pomphuis is verwijderd, moeten de bovenste en onderste vulplaatjes voorzichtig worden gehanteerd en geplaatst. Houd hun positie in het oog om verkeerde uitlijning te voorkomen en de juiste speling tussen rotors en rotorhuis te behouden. Zij worden in de fabriek voor die specifieke pomp geselecteerd. Fig.
6.3 ONDERHOUD VAN DE ASAFDICHTING Controleer en inspecteer alle componenten van de afdichtingskit zorgvuldig op schade of defect voordat u gaat installeren. Als er tijdens de inspectie afbrokkelingen, scheuren of krassen worden gevonden, gebruik ze dan niet opnieuw en vervang de beschadigde. Hieronder ziet u de enkelvoudige mechanische afdichting (afbeelding 9), dubbele mechanische afdichting (afbeelding 10) en PTFE drievoudige lipafdichting (afbeelding 11).
Om het huidige afdichtingslichaam te demonteren, trekt u achtereenvolgens de huidige O-ring en het afdichtingslichaam eruit. Fig. 15 Plaats het vervangende NIEUWE afdichtingslichaam en de O-ring achtereenvolgens in het pomphuis. Zie ‘Montage rotorhuis (hoofdstuk 6.4) om verder te gaan. Fig. 16...
Controleer na het verwijderen van de dubbele afdichtring (53) of de golfveren (61) al dan niet beschadigd zijn. Als de golfveren (61) beschadigd zijn, vervangt u ze zoals getoond in Figuur 20. Zie "Rotorhuis monteren" op "hoofdstuk 6.4" om verder te gaan. Fig. 20...
Onderhoud Drievoudige Lipafdichting Nadat het rotorhuis is verwijderd (Figuur 6), trekt u de keramisch gecoate hulzen van de as en inspecteert u ze. Als een van hen beschadigd is, gebruik deze dan niet opnieuw en vervang ze. Reinig beide aseinden en het pomphuis voor montage. Schuif de hulzen op de assen totdat deze tegen de asschouder rusten.
6.4 MONTAGE VAN HET ROTORHUIS Voordat u het rotorhuis (31) op de tandwielkast (1A) installeert, moet u ervoor zorgen dat u het oppervlak van het pomphuis en de tandwielkast schoonmaakt en er op letten dat de vulplaatjes zeker tussen het pomphuis en de tandwielkast komen zoals oorspronkelijk. Monteer het rotorhuis (31) op de tandwielkast (1A) en zet de vier zeskantmoeren (46)
Pagina 26
Plaats de rotoren op de as en zorg ervoor dat de afdichtingsringen niet uit hun zittingen in de rotoren vallen. Fig. 28 Draai de rotorbouten met het rotorbout-extractiegereedschap stevig vast. Zorg ervoor dat u tijdens dit proces geen braam op de rotorboutgroef maakt.
6.5 ROTORSPELING De rotorspeling moet nauwkeurig worden aangehouden om een maximale pompefficiëntie te bieden en om tijdens de werking contact tussen rotoren, het rotorhuis en rotordeksel te voorkomen. Als het pomprendement lager is dan verwacht of als er onderdelen in contact zijn gekomen tijdens de werking (binnen het toegelaten drukverschil), controleer dan de rotorspeling en pas deze aan indien onjuist.
REGELEN VAN DE ROTOR De afregeling van de rotor is van cruciaal belang voor de werking van de pomp en moet nauwkeurig worden gehandhaafd om een maximale pompefficiëntie te bieden en contact tussen rotoren tijdens de werking te voorkomen. Als het pomprendement lager is dan verwacht, of als de rotoren tijdens de werking in contact komen (binnen het toegelaten drukverschil), controleer dan de afregeling van de rotor en pas deze aan indien onjuist.
Pagina 29
as om de spleet op te vullen. Als het tandwiel op de drijvende as meer naar voor komt dan het tandwiel op de gedreven as, zoals weergegeven in figuur 35, voeg dan een 5 mm afstandshouder en vulplaatje(s) toe op de drijvende as om de spleet op te vullen.
6.7 ONDERHOUD VAN DE TANDWIELKAST Demontage van de tandwielkast Verwijder de aftapplug en tap de olie af. Verwijder de spie (7) op de aandrijfas en de tandwielkastbouten (6) van het achterdeksel (4). Trek het deksel van het uitstekend eind van aandrijfas. Als het deksel vastzit, gebruikt u voorzichtig een zachte hamer om deze los te maken.
Pagina 31
Of trek de drijvende en gedreven assen uit door met een zachte hamer op het achterste uiteinde van elke as aan de kant van het pakkingvlak van de tandwielkast te slaan. Fig. 40 9. Verwijder de lagers en afstandsringen (16) samen van de assen door de assen er uit te persen.
Montage van de tandwielkast 1. Reinig en smeer de voorste en achterste lagers van de drijvende en gedreven assen in met olie. Monteer het voorste lager, het afstandsstuk en het achterste lager achtereenvolgens op de as met een pers (of verwarm tot 120 ℃ (250F) door middel van een verwarmingstoestel).
Pagina 33
4. Plaats het tandwiel, de borgring (12) en de borgmoer (12-1) achtereenvolgens op de assen en draai ze met de hand vast. Om een goede afstelling van de rotoren te garanderen, moeten de tandwielen samen met de rotoren worden geïnstalleerd. Schuif de tandwielen op de assen en lijn de sleuf op het tandwiel uit met de tandwielspie.
6.8 SMERING Pomplagers en tandwielen moeten in een oliebad lopen. Vervanging van deze lagers en tandwielen wordt aanbevolen na 20.000 bedrijfsuren. Voor bijzonder moeilijke bedrijfsomstandigheden zijn echter kortere vervangingsintervallen nodig, zoals: - Hoge temperatuurschommelingen - Hoge drukschommelingen Het wordt aanbevolen om de olie in de tandwielkast eens per jaar of elke 3.000 bedrijfsuren te verversen.
7 TECHNISCHE INFORMATIE 7.1 TECHNISCHE DATA - Maximale verschildruk tussen zuig en pers: Pomp type Maximale verschildruk (bar) Temperatuurbereik: afhankelijk van temperatuurklasse van de rotoren: max 120 ° C of max 150 ° C, zie typeplaatje. Voor ATEX-pompen is de maximale temperatuur van de verpompte vloeistof 108 °...
Alle bestellingen voor reservedelen moeten het volgende bevatten: 1. Volledig modelnummer (bevindt zich op het typeplaatje). 2. Pompserienummer (bevindt zich op het typeplaatje). 3. Beschrijving en positienummer uit de opengewerkte tekeningen. ENKELVOUDIGE MECHANISCHE DICHTING & DRIEVOUDIGE LIPAFDICHTING / ZP015 & ZP018 Enkelvoudige mechanische afdichting Drievoudige lipafdichting Single Mech.