Inbedrijfstelling
6.
Inbedrijfstelling
6.1.
Eindaanslagen in de wormwielkast
Informatie
Informatie
6.1.1.
Eindaanslag DICHT instellen
24
De interne eindaanslagen begrenzen de hoekverdraaiing. Zij beschermen de afsluiter
tegen overbelasting.
Het instellen van de eindaanslagen wordt normaliter door de fabrikant van de afsluiter
uitgevoerd vóór montage van de afsluiter in de leiding.
Niet-afgeschermde, draaiende onderdelen (kleppen/kranen) op de afsluiter!
Beknellingen en beschadiging van de afsluiter.
Eindaanslagen mogen uitsluitend door ter zake kundig vakpersoneel worden
ingesteld.
De eindaanslagen dienen zodanig te worden ingesteld dat deze onder normale
bedrijfsomstandigheden NIET worden geraakt.
De volgorde van instellen is afhankelijk van het type afsluiter:
Aanbeveling bij kleppen: als eerste de eindaanslag DICHT instellen.
Aanbeveling bij kogelkranen: als eerste de eindaanslag OPEN instellen.
Wormwielkasten met een hoekverdraaiing > 190° zijn normaliter doordraaiend
(zonder eindaanslagen), het instellen van eindstanden is hier niet mogelijk. Om
deze reden is er geen beschermende functie voor de afsluiter aanwezig.
Normaliter hoeft slechts één eindaanslag te worden ingesteld (ofwel DICHT
ofwel OPEN), omdat de hoekverdraaiing reeds in de fabriek werd ingesteld.
Afbeelding 21: Eindaanslag (links: t/m bouwgrootte 125.3, rechts: vanaf bouwgrootte
160.3)
[1]
Bouten
[2]
Eindaanslag
[3]
Behuizing
1.
Alle vier bouten [1] op de eindaanslag [2] verwijderen.
GS 50.3 – GS 250.3