GS 50.3 – GS 250.3
4.
Koppelbus [1] op de as van de afsluiter [2] plaatsen en tegen axiaal verschuiven
met madeschroef [3] resp. schotelveerring en bout met veerring [4] borgen.
Daarbij maten X, Y resp. Z aanhouden (zie afbeelding en tabel <Montageposities
koppelbus>).
Afbeelding 17: Voorbeelden: koppelbus plaatsen
[1]
Koppelbus
[2]
Asafsluiter
[3]
Madeschroef
[4]
Schotelveerring en bout met veerring
Afbeelding 18: Montageposities koppelbus
Tabel 4:
Maten [mm]
GS 50.3
EN ISO 5211
F05
F10
X max.
6
14
Y max.
5
5
L max.
61
61
1)
aansluitflens t.b.v. opbouw, verlengde koppelbus noodzakelijk
Tabel 5:
Maten [mm]
GS 160.3
EN ISO 5211
F25
X max.
15
Y max.
11
L max.
130
1)
aansluitflens t.b.v. opbouw, verlengde koppelbus noodzakelijk
GS 63.3
GS 80.3
F10
F12
F12
F14
7
10
13
23
18
13
18
5
61
73
76
78
GS 200.3
1)
F30
F35
F30
F35
30
30
19
44
0
0
19
0
140
130
160
190
Montage
GS 100.3
GS 125.3
F14
F16
F16
F25
22
22
17
17
13
8
35
27
88
123
123
126
GS 250.3
1)
F40
F35
F40
F48
44
8
13
20
0
8
0
5
160
220
230
220
1)
F30
35
0
126
1)
21