GS 50.3 – GS 250.3
4.5.
Tandwielkast op afsluiter monteren
4.5.1.
Aandrijfvorm koppelbus
Toepassing
Montage
4.5.1.1. Wormwielkast met koppelbus op afsluiter monteren
Informatie
Montagestappen
3.
Opbouwflens [3] plaatsen en met bouten bevestigen.
4.
Bouten met draaimoment volgens tabel kruisgewijs vastdraaien.
Tabel 3:
Aandraaimomenten voor bouten (voor de montage van multi-turn aandrijving en opbouwflens)
Schroefdraad
M8
M10
M12
M16
M20
5.
AUMA aandrijving overeenkomstig de bij de multi-turn aandrijving behorende
bedieningsinstructies monteren.
De montage van de tandwielkast op de afsluiter wordt ofwel via een koppelbus
(standaard) ofwel via een hefboom uitgevoerd. Voor de montage op de afsluiter in
de uitvoering met voet en hefboom zijn er afzonderlijke bedieningsinstructies
beschikbaar.
Voor afsluiters met aansluitingen conform EN ISO 5211
Voor draaiende, niet stijgende spindel
Afbeelding 16: Aansluiting afsluiter via koppelbus
[1]
Wormwiel van de wormwielkast met inwendige vertanding
[2]
Opsteekbare koppelbus met kerfvertanding
[3]
As van de afsluiter (voorbeeld met spie)
Koppelbussen zonder boorgat resp. voorgeboorde koppelbussen moeten vóór de
montage van de wormwielkast op de afsluiter passend voor de as van de afsluiter
gereed worden bewerkt (bijv. met boorgat en spiebaan, DD of binnenvierkant).
Afsluiter en wormwielkast moeten in dezelfde eindstandpositie worden
samengebouwd. Standaard toestand bij uitlevering van de wormwielkast is de
eindstand DICHT.
Aanbevolen montagepositie bij kleppen: eindstand DICHT
Aanbevolen montagepositie bij kogelkranen: eindstand OPEN
1.
Indien noodzakelijk de wormwielkast met het handwiel in dezelfde
eindstandpositie zoals die van de afsluiter bewegen.
Aandraaimoment [Nm]
Sterkteklasse A2-80
24
48
82
200
392
Montage
19