Inhoudsopgave
Advertenties
GS 50.3 – GS 250.3
4.4.
Multi-turn aandrijvingen voor motorbedrijf
4.4.1.
Montageposities multi-turn aandrijving met wormwielkasten
Montageposities A – D voor multi-turn aandrijving met wormwielkasten
GS uitvoeringen RR en RL
A
GS uitvoeringen LL en LR
1)
A
1)
Attentie: Bij de multi-turn aandrijvingen SA/SAR 14.2 en 14.6 met GS 125.3 is in de uitvoeringen RR en RL de montagepositie C en in
de uitvoeringen LL en LR de montagepositie A niet mogelijk.
De montage van multi-turn aandrijvingen op de wormwielkast is in de bij de multi-turn
aandrijving behorende bedieningsinstructies beschreven.
In dit hoofdstuk vindt u wezenlijke informatie en aanwijzingen welke als aanvulling
op de bedieningsinstructies tevens in acht dienen te worden genomen.
Bouten voor de aandrijving
Voor de montage van AUMA multi-turn aandrijvingen zijn bij de wormwielkast bouten
meegeleverd. Bij het monteren van andere aandrijvingen kan het voorkomen dat
deze bouten te lang of te kort zijn (te geringe inschroefdiepte).
De aandrijving kan neervallen doordat ongeschikte bouten afbreken.
Zwaar lichamelijk letsel of zelfs de dood mogelijk!
Lengte van de bouten controleren.
Uitsluitend bouten van de hier vermelde sterkteklasse gebruiken.
De bouten dienen zich voldoende diep in de inwendige schroefdraad te bevinden
teneinde de draagcapaciteit van de aandrijving te waarborgen en de dwarskrachten
door het aanwezige draaimoment te kunnen opnemen.
Te lange bouten kunnen tegen delen van de behuizing aanliggen waardoor het
gevaar aanwezig is dat zich de aandrijving ten opzichte van de wormwielkast radiaal
beweegt. Dit kan tot het afbreken van de bouten leiden.
B
B
Houdt u bij het selecteren van de montagepositie er rekening mee dat er op de
beoogde plaats van toepassing voldoende ruimte ter beschikking is a.u.b.
Montageposities kunnen op een later tijdstip eenvoudig worden gewijzigd.
1)
C
C
Montage
D
D
17
Advertenties
Inhoudsopgave
