Montage
Informatie
22
5.
Vertanding op de koppelbus goed invetten met een zuurvrij vet (bijv. Gleitmo
van fa. Fuchs).
6.
In de praktijk is gebleken dat het moeilijk is, bouten of moeren van grootte M30
en groter met de voorgeschreven draaimomenten vast te draaien. Daardoor is
het gevaar aanwezig, dat de wormwielkast zich ten opzichte van de afsluiterflens
radiaal beweegt. Teneinde de hechting tussen afsluiter en wormwielkast te
verbeteren, adviseren wij bij bouten of moeren vanaf de grootte M30 Loctite
243 (o.g. schroefdraadborgmiddel) op de contactvlakken te smeren.
7.
Wormwielkast plaatsen. Indien noodzakelijk, de wormwielkast licht verdraaien
totdat de vertanding van de koppelbus grijpt.
Afbeelding 19:
Let daarbij op de centrering (indien aanwezig) en zorg ervoor dat de flenzen geheel
aanliggen.
8.
Indien de boorgaten van de flens niet met de tapgaten in één lijn liggen:
8.1 handwiel iets draaien totdat de boorgaten in één lijn liggen.
8.2 indien nodig de wormwielkast op de koppelbus met één tand verzetten.
9.
Wormwielkast met bouten monteren.
Informatie: Teneinde contactcorrosie te voorkomen adviseren wij de bouten
met vloeibare schroefdraadpakking te bevestigen.
10. Bouten met draaimoment volgens tabel kruisgewijs vastdraaien.
Tabel 6:
Aandraaimomenten voor bouten
Schroefdraad
M6
M8
M10
M12
M16
M20
M30
M36
Aandraaimoment [Nm]
Sterkteklasse
A2-70/A4-70
8
18
36
61
150
294
564
2 098
GS 50.3 – GS 250.3
A2-80/A4-80
10
24
48
82
200
392
1 422
2 481