Montage
4.4.2.
Opbouwflens monteren
Tabel 2:
Passende opbouwflenzen
Wormwielkast
Overbrengingsverhouding
GS 50.3
GS 63.3
GS 80.3
GS 100.3
GS 125.3
GS 160.3
GS 200.3
GS 250.3
1)
Met voorschakelkast resp. planetaire trap voor het reduceren van de draaimomenten aan de ingaande as.
Montagestappen
18
Tot aan bouwgrootte GS 125.3 wordt de multi-turn aandrijving –
wormwielkast-combinatie in de bestelde montagepositie geleverd. Vanaf de
bouwgrootte GS 160.3 worden om verpakkingstechnische redenen de aandrijving
en wormwielkast gescheiden geleverd.
Voor het monteren van een multi-turn aandrijving is een opbouwflens noodzakelijk.
Al naar gelang de uitvoering is de flens voor het monteren van de multi-turn
aandrijving reeds in de fabriek gemonteerd.
Ingaande as
[mm]
51:1
16
51:1
20
82:1
20
53:1
20
82:1
20
52:1
30/(20)
1)
107:1
30
1)
126:1
30
1)
260:1
30
1)
208:1
30
52:1
30
1)
126:1
30/(20)
1)
160:1
30/(20)
1)
208:1
20
54:1
30
1)
218:1
30/(20)
1)
442:1
20
1)
880:1
20
53:1
40
1)
30
1)
434:1
30/(20)
1)
864:1
20
1)
1 752:1
20
52:1
50
1)
210:1
40/(30)
1)
411:1
30
1)
848:1
30/(20)
1)
1 718:1
20
1.
Installatie- c.q. contactoppervlakken reinigen, blanke oppervlakken grondig
ontvetten.
Afbeelding 15: Montagevoorbeeld, opbouwflens op wormwielkast met voorschakelkast
[1]
Wormwielkast met voorschakelkast
[2]
Cilinderstift
[3]
Opbouwflens
2.
Cilinderstift [2] monteren.
Opbouwflens voor het monteren van multi-turn aandrijving
EN ISO 5210
F07, F10
F07, F10
F07, F10
F14 (F10)
F14 (F10)
F10
F10
F10
F14
F14 (F10)
F14 (F10)
F10, F14
F16 (F14)
F14 (F10)
F10
F10
F25 (F16)
F14
F14 (F10)
F14
F10
F30 (F25)
F16 (F14)
F14
F14 (F10)
F10
GS 50.3 – GS 250.3
DIN 3210
G0
G0
G0
G1/2 (G0)
G1/2 (G0)
G0
G0
G0
G1/2
(G0)
(G0)
G0
G3 (G1/2)
G1/2 (G0)
G0
G0
(G3)
G1/2
G1/2 (G0)
G0
G0
–
G3 (G1/2)
G1/2
G1/2 (G0)
G0