8.7 Menu INSTALLATIE
In dit menu worden de instellingen weergegeven die
van belang zijn bij het installereren van de pomp.
8.7.1 Regelmethode (regelmode)
Voor een beschrijving van de functie, zie hoofdstuk
7.1 Regelmodes of 7.4 Constante curve bedrijf.
Selecteer één van de regelmethoden:
•
AUTO
ADAPT
Δp m/leid.comp (proportionele druk)
•
Constant Δp (constante druk)
•
•
Pompcurve (constante curve).
Het instellen van de gewenste waarde en curve
wordt uitgevoerd in het 8.5.1 Gewenste waarde
display in het menu BEDRIJF (niet mogelijk als de
pomp in de AUTO
mode staat).
ADAPT
8.7.2 Automatisch nachtbedrijf
In dit display kan het automatisch nachtbedrijf wor-
den in- of uitgeschakeld.
Automatisch nachtbedrijf kan worden ingesteld als:
•
Actief
•
Niet actief,
onafhankelijk van de gekozen regelmethode.
8.7.3 Temperatuurbeïnvloeding
Voor een beschrijving van de functie, zie hoofdstuk
7.6 Temperatuurbeïnvloeding.
Als de pomp in regelmethode
AUTO
of constante curve staat,
ADAPT
N.B.
kan de temperatuurbeïnvloeding niet
worden ingesteld met de R100.
De temperatuurbeïnvloeding functie kan in dit dis-
play worden geactiveerd als de regelmethode op
basis van proportionele druk of constante druk is
geselecteerd, zie hoofdstuk 8.7.1 Regelmethode
(regelmode).
204
In het geval van temperatuurbeïnvloeding moet de
pomp in de aanvoerleiding geïnstalleerd zijn. Het is
mogelijk om tussen maximum temperaturen van
50 °C en 80 °C te kiezen.
Als de temperatuurbeïnvloeding geactiveerd is,
verschijnt een kleine thermometer in het display
"Gew. waarde" in het menu BEDRIJF, zie hoofdstuk
8.5.1 Gewenste waarde.
8.7.4 Druktoetsen op de pomp
Om ongeoorloofde bediening van de pomp te voor-
komen, kan de functie van de toetsen
in dit display worden uitgeschakeld. De toetsen kun-
nen alleen met de R100 weer ingeschakeld worden.
De toetsen kunnen worden ingesteld op:
•
Actief
•
Niet actief.
8.7.5 Signaalrelais
In dit menu kan de functie van het interne signaal-
relais geselecteerd worden.
•
Storing (functioneert als een storingsrelais)
•
Gereed (functioneert als een gereedmeldings-
relais)
•
Bedrijf (functioneert als een bedrijfsrelais).
8.7.6 Pompnummer
Aan de pomp kan een nummer van 1 t/m 64 worden
toegewezen en veranderd, opdat de R100, de
Grundfos Control MPC Serie 2000 en andere
systemen de pomp kan onderscheiden bij twee of
meerdere pompen.
,
, en