Er geschiedt geen extrapoleren voor waardes buiten het gedefinieerde bereik. Ligt een punt
buiten de gedefinieerde punten, dan wordt de hoogte van het punt uitgegeven, waarop deze
het kenlijnveld cq. de kenlijn heeft verlaten.
Voorbeeld voor 2 waardes buiten de gedefinieerde punten
(kenlijnveld voor X = 1 tot X = 5 en Y =1 tot Y =4):
Kenlijn-functie
85