Uitgangsvariabelen
Uitgangsvariabelen
Uitgangsvariabelen geven de uitkomst van de functiemodule weer. Ze kunnen direct voor het
schakelen van een hardwarematige uitgang gebruikt worden, zijn de ingangsvariabelen van een
verdere module of zijn met CAN- of DL-Bus-uitgangen verbonden. Een uitgangsvariabele kan ook
meervoudig met uitgangen, functie-ingangsvariabelen, CAN- of DL-Bus-uitgangen verbonden
worden.
Het aantal uitgangsvariabelen is afhankelijk van de functie zeer verschillend.
Voorbeeld: In de functie „Vergelijk" zijn er slechts 3, in de functie „Cv-groep" 23 uitgangsvariabelen.
Bepaalde uitgangsvariabelen kunnen niet met uitgangen verbonden worden, deze zijn qua kleur
anders weergegeven.
Voorbeeld: Cv-groep
Regelaar
Belangrijk:
Bij iedere uitgangsvariabele moet bij een verdere verbinding het type van de
variabelewaarde in acht worden genomen:
14
Verbindingen niet met
uitgangen mogelijk
Verbindingen ook met
uitgangen mogelijk
analoog (getalswaarde) of digitaal (UIT/AAN).
Weergave in de handleiding