Koudevraag
Basisschema
Functiebeschrijving
Inschakelende koudevraag, indien de inschakeltemperatuur T.insch. boven de "Gew. temperatuur
inschakelen" stijgt en uitschakelen, indien de uitschakeltemperatuur T.uitsch. onder de "Gew.
temperatuur uitschakelen" daalt.
Bij het weglaten van de sensor T.uit. geschiedt zowel het inschakelen als ook de uitschakeling via
de sensor T.insch..
Optioneel kan een minimale temperatuur van opwekker A opgegeven worden.
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Inschakeltemperatuur
Uitschakeltemperatuur
Gew. temperatuur
inschakelen
Gew. temperatuur
uitschakelen
Temperatuur opwekker
Min.temp. opwekker
Dienen de gewenste temperaturen voor inschakeling, uitschakeling en minimale
temperatuur opwekker instelwaardes (vaste thermostaat-drempelwaardes) te zijn, wordt als
"bron" Gebruiker opgegeven en de gewenste waarde vastgelegd.
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Analoog ingangssignaal voor de inschakeltemperatuur
Analoog ingangssignaal voor de uitschakeltemperatuur
Analoge waarde voor de gewenste inschakeltemperatuur
Analoge waarde voor de gewenste uitschakeltemperatuur
Analoog ingangssignaal voor de temperatuur van de opwekker
Analoge waarde voor de minimale opwekkertemperatuur
Koudevraag
29