Parameters Drainback
Modus
Aantal gebruikte functies
Gebruikte functies
Activeringstijd
Vultijd
Blokk.tijd
Drempelw. straling
(weergave alleen met
stralingssensor)
Zonder stralingssensor: De collectorsensor van een gebruikte solarfunctie dient voor het
starten
van
inschakeldrempelwaarde van de solarfunctie verwarmd te worden.
De ingestelde vultijd dient bij inbedrijfname met de daadwerkelijke vultijd van het systeem
te worden afgestemd.
Het vullen van de collector met het koude warmtemedium leidt tot het kortstondig
onderschrijden van de schakeldifferentie „Diff. uit" tussen collector- en boilersensor.
Daarom kan in de functie „Solarregeling" een stabiliseringstijd gedefinieerd worden.
Deze stabiliseringstijd begint direct bij de start van de solarfunctie, onafhankelijk van het
vulbedrijf, en start opnieuw na afloop van de vulcyclus. In deze stabiliseringstijd loopt de
solarpomp ongeacht de minimale temperatuur op de collector en de temperatuurdifferentie
tussen collector- en boilersensor verder.
Om in de stabiliseringstijd een snellere opwarming van de collector te bereiken, wordt
aanbevolen het toerental van de solarpomp met een PID-regeling te regelen. Daardoor
loopt de pomp in de stabiliseringstijd ten minste met het minimale toerental en de
inschakeldifferentie van de solarregeling kan overschreden worden.
Uitgangsvariabelen Solarstart / Drainback
Spoel- / vulmodus
Tijdvenster
Teller spoel- / vultijd
Teller interval-/blokk.tijd
Startpogingen
Startp. vergeefs
Startpog. sinds laatste run
Drainbackfunctie: Met de keuze van de uitgangen voor het vulbedrijf kan naast de
solarpomp een aanvullende „boosterpomp" gedurende de vulmodus opgegeven worden.
Wordt de solarpomp via PWM- of 0-10V-modus toerental geregeld, dan is het zinvol ook
de analoge uitgang voor het vulbedrijf op te geven en zijn „Uitgangswaarde (aan)" op
100% cq. 10,00V in te stellen. Hierdoor wordt gedurende de vulmodus de pomp met volledig
toerental bedreven.
Keuze: Drainbackfunctie
Opgave van het aantal gebruikte functies
Submenu: Opgave van alle solarfuncties voor het collectorveld
Tijdvenster voor de vrijgave van de drainbackfunctie
Na de start van het systeem op basis van de stralingswaarde of de
temperatuurdifferentie tussen collectorsensor en boilersensor zijn de
uitgangen voor het vullen van het systeem gedurende de vultijd
ingeschakeld.
Blokkadetijd tussen twee vulcycli. Hiermee wordt een te vaak starten
van de drainbackfunctie verhinderd. De blokkadetijd begint na afloop
van het vulbedrijf.
Drempelwaarde straling in W/m
wordt
de
drainbackfunctie
Status pomp AAN/UIT, keuze van de schakel- en analoge uitgangen
voor het spoel- of vulbedrijf
Status AAN, indien tijdvenster optreedt
Weergave van de aflopende spoel- of vultijd
Tijdteller voor de aflopende interval- of blokkadetijd
Som van de startpogingen van de actuele dag
waarvan niet succesvol
aantal pogingen sinds het laatste correcte solarbedrijf
2
, waarboven het vulbedrijf toegestaan
door
de
zoninstraling
Solarstart / Drainback
tot
boven
de
133