Parameters Solarstart - Technische Alternative UVR 16x2 Programmeerhandleiding
Deel 2: functies
Verberg thumbnails
Zie ook voor UVR 16x2:
- Montagehandleiding (32 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (52 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (72 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Solarstart / Drainback
Parameters Solarstart
Modus
Aantal gebruikte functies
Gebruikte functies
Activeringstijd
(van – tot)
Spoeltijd
Intervaltijd
Activeringsgradiënt
of
Drempelw. straling
Is een van de gebruikte functies actief, dan wordt er geen startpoging gedaan.
Met een stralingssensor activeert de regelaar in plaats van de activeringsgradiënt de
gewenste drempelwaarde straling, van waarboven de startfunctie actief mag zijn.
Indien de collectorsensor, welke bij de ingangsvariabelen onder „Referentietemperatuur"
opgegeven is, door de zon verwarmd wordt, kan in veel gevallen het gebruik van een
stralingssensor achterwege gelaten worden. Dan wordt uit de collectortemperatuur een
gemiddelde waarde met bijzondere in achtneming van de laagste optredende
temperaturen berekend. De startfunctie wordt geactiveerd, indien de collectortemperatuur
met de activeringsgradiënt warmer als de gemiddelde waarde is. Een lagere
activeringsgradiënt leidt daarom tot een snellere startpoging, een hogere tot een latere
poging. Zijn voor een solarbedrijf meer als tien startpogingen benodigd, dan dient de
activeringsgradiënt te worden verhoogd en bij minder als vier startpogingen te worden
verlaagd.
Zodra een van de gebruikte solarfuncties gedurende de startpogingen actief wordt, wordt de
startfunctie na afloop van de intervaltijd beëindigd.
Zet men de activeringsgradiënt op nul, dan geldt alleen nog maar de activerings- cq.
intervaltijd zonder controle op het temperatuurverloop op de collectorsensor.
132
Keuze: Solarstartfunctie
Opgave van het aantal gebruikte functies
Submenu: Opgave van alle solarfuncties voor het betreffende
collectorveld
Tijdvenster voor de vrijgave van de startfunctie
Spoeltijd
Maximale wachttijd tussen de spoelingen
Zonder
stralingssensor:
activeringsgradiënt een benodigde temperatuurverhoging op de
gemiddelde waarde (langdurig) van de referentietemperatuur, welke
het spoelbedrijf start. Instelbereik: 0-99
Met stralingssensor: Drempelwaarde straling in W/m
een spoelbedrijf toegestaan wordt.
De
regelaar
berekent
uit
de
2
, waarboven
Advertenties
Inhoudsopgave
