B
A
C
D
B
C
S1 (nieuwe versie)
A Snelwissel voor aanbouwdelen
B Afstandsring
C Vulstuk
D Bouthouder
B
C
S1 (oude versie)
A Snelwissel voor aanbouwdelen
B Afstandsring
C Vulstuk
D Bouthouder
E Bout
F Ring + vulstuk
G Moer
Aanbouwdelen, aan- en afkoppelen
Snelwissel voor aanbouwdelen type S1, afstellen
Afstellen — Nieuwe versie van S1
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknelling!
Onvoorziene bewegingen van aanbouwdelen kunnen
verwondingen veroorzaken.
Houd eventuele omstanders uit de buurt bij het aan- en
afkoppelen van aanbouwdelen.
1 Koppel het aanbouwdeel af.
2 Verwijder eventuele vulstukken tussen de bouthouder (D) en
het vulplaatje (B).
3 Haak het aanbouwdeel vast en vergrendel het.
4 Controleer of de afstandsringen en de snelwissel op de juiste
wijze zijn aangebracht (4 punten).
5 Controleer de speling tussen de afstandsringen en de
snelwissel. De snelwissel moet nauw aansluiten op de
afstandsringen.
V1068996
6 Neem eventuele speling als volgt weg met vulstukken:
Koppel het aanbouwdeel af.
Breng het benodigde aantal vulstukken aan tussen de
bouthouder en de afstandsring.
Gebruik zo nodig dikkere en dunnere vulstukken.
Koppel het aanbouwdeel aan.
Controleer de speling opnieuw en herhaal de bovenstaande
procedure als er nog steeds enige speling is.
Afstellen — Oude versie van S1
D
A
WAARSCHUWING
E
Gevaar voor beknelling!
Onvoorziene bewegingen van aanbouwdelen kunnen
F
verwondingen veroorzaken.
G
Houd eventuele omstanders uit de buurt bij het aan- en
afkoppelen van aanbouwdelen.
1 Koppel het aanbouwdeel af.
2 Verwijder eventuele vulstukken tussen de bouthouder (D) en
V1086641
de bout (E) alsook tussen de bouthouder (D) en de
afstandsring (B).
3 Haak het aanbouwdeel vast en vergrendel het.
4 Controleer of de afstandsringen en de snelwissel op de juiste
wijze zijn aangebracht (4 punten).
5 Controleer de speling tussen de afstandsringen en de
snelwissel. De snelwissel moet nauw aansluiten op de
afstandsringen.
6 Neem eventuele speling als volgt weg met vulstukken:
Koppel het aanbouwdeel af.
Breng het benodigde aantal vulstukken aan tussen de
bouthouder en de afstandsring.
Bedieningstechnieken
249