Advertenties
A
V1184646
A — Schakelaar rijsnelheid
B — Rijpedaal
Bediening
Start de motor altijd met de parkeerrem aangezet.
U kiest de rijrichting (vooruit of achteruit) met de rechter
bedieningshendel, zie bladzijde
OPMERKING!
Het is mogelijk om tijdens het rijden van rijrichting te wisselen, dat
wil zeggen de machine hoeft niet stil te staan om van rijrichting te
kunnen wisselen.
Besturing
Het sturen gebeurt via het stuurwiel totdat de optionele functie
Comfort Drive Control (CDC) wordt ingeschakeld met de CDC-
schakelaar op het rechter instrumentenpaneel.
Zie bladzijde
Snelheid
De rijsnelheid (hoge of lage snelheid of kruipsnelheid) wordt
geselecteerd met de rijsnelheidsschakelaar (A) op het rechter
instrumentenpaneel en bediend met het rijpedaal (B).
Meer informatie over de rijsnelheidsschakelaar vindt u op
183 .
bladzijde
B
V1184641
Stand kiezen
Kies een modus met de keuzeschakelaar voor de bedrijfsmodus
op het rechter instrumentenpaneel.
P = parkeermodus (parkeerrem en pendelasblokkering aangezet)
T = rijmodus (openbare wegen)
W = werkmodus (bedrijf)
C = aangepaste modus (persoonlijke flowinstellingen)
OPMERKING!
Power Boost is actief in de bedrijfsmodi T, W en C, op voorwaarde
dat u het rijpedaal bedient.
Rijsnelheid
Kies de rijsnelheid met de knop op het rechter instrumenten
paneel: u hebt de keuze uit een hoge rijsnelheid, een lage
rijsnelheid en de kruipsnelheid.
Bedieningsinstructies
Bediening
98 .
185 voor meer informatie over de CDC-functie.
183
Advertenties
