8
0
1
V1065663
0
Stoelverwarming UIT
1
Stoelverwarming AAN
8 Verstelling hoofdsteun
De hoofdsteun is in de hoogte te verstellen door deze omhoog te
trekken of omlaag te duwen. Aanslagen begrenzingen de
verstelweg. De hoofdsteun is ook te kantelen door deze naar
voren of achteren te duwen. Ook hier begrenzen aanslagen de
verstelweg.
V1065661
9 Verstelling hellingshoek ruggedeelte
U heft de blokkering van het ruggedeelte op door de handgreep
(9) omhoog te trekken. Het ruggedeelte is vervolgens in de
gewenste stand achterover of voorover te kantelen. Bij het
loslaten van de handgreep neemt het ruggedeelte de
dichtstbijzijnde vaste blokkeerstand in.
10
De blokkeerhandgreep moet in de nieuwe stand vergrendelen.
Eenmaal geblokkeerd mag het ruggedeelte niet meer uit positie
kunnen raken.
10 Verstelling armleuning
De hellingshoek van de armleuning is te wijzigen door aan de
verstelknop (10) te draaien die onder op de armleuning zit. De
armleuningen zijn desgewenst handmatig op te klappen.
V1065662
11 Verstelling lendensteun
Draai de knop (11) in de richting van de pijl om de lendensteun
harder te maken (vijf standen). Wanneer u de knop na de hardste
stand in dezelfde richting doordraait neemt de lendensteun de
zachtste stand weer in.
12 Schakelaar stoelverwarming (extra)
Deze schakelaar kunt u gebruiken om de bestuurdersstoel te
verwarmen.
De stoelverwarming gaat aan, wanneer deze schakelaar in stand
(1) staat en de temperatuur onder de 26°C (79 °F) is. De
stoelverwarming slaat af, wanneer de temperatuur een waarde
van 36°C ( 97 °F) heeft bereikt en slaat weer aan, wanneer de
temperatuur weer tot onder 26°C ( 79 °F) zakt.
OPMERKING!
Schakel de stoelverwarming uit voordat u van de stoel opstaat.
Overige bedieningselementen
Bestuurderscomfort
117