Bedieningsinstructies
178
Starten van de motor
0
R
1
I
Contactslot
Blokkeerstand (0)
Radiostand (R)
Rijstand (voorgloeistand) (1)
Startstand (2)
V1065463
Symbool voorverwarming motor
2
V1148229
Motor starten bij koud weer
WAARSCHUWING
Gevaar voor explosie.
Het inspuiten van startgassen in motoronderdelen kan aanleiding
geven tot een explosie.
Probeer een motor nooit met startgassen te starten.
LET OP
Laat de motor meteen na een koude start nooit te hoge toeren
maken. Anders komt de smering van de motor in gevaar, wat tot
een kortere levensduur en een verhoogde kans op lagerschade.
De machine is uitgerust met een automatisch voorgloeisysteem
voor hulp tijdens de koude start. De machine kan tevens zijn
voorzien van elektrische motorverwarming, zie bladzijde
LET OP
Breek een startpoging niet voortijdig af, als de motor koud is. Las,
als de motor bij de eerste startpoging niet aanslaat, een korte
pauze in voordat u een volgende poging doet. Zo geeft u de
accu's en de startmotor de tijd om zich te herstellen.
1 Draai het contactslot naar de rijstand (voorgloeistand) (1) en
houd het slot in deze stand vast, zolang het symbool voor
voorverwarming van de motor op het instrumentenpaneel
(combi-instrument) staat.
2 Draai, zodra het symbool voor voorverwarming dooft, het
contactslot naar de startstand (2) en houd het in deze stand
vast, totdat de motor aanslaat.
LET OP
Laat de motor nooit meteen na een koude start te hoge toeren
maken.
3 Mocht de motor afslaan: wacht even voordat u een nieuwe
startpoging doet.
4 Laat de machine warmdraaien, zie
178 .
182 .